Stichting TrEf onderschrijft en hanteert ‘Code Goed Bestuur in het primair onderwijs’ en handelt vanuit de kerntaak, zoals geformuleerd vanuit hoofdstuk één.
Leerlingen, ouders, leraren, schoolleiders en besturen vormen samen de scholen. De kwaliteit van het onderwijs is afhankelijk van de inzet en vaardigheden van al deze betrokkenen, waarbij de kwaliteit van de leraar van doorslaggevend belang is. Een stimulerende werkomgeving waar professionele ontwikkeling prioriteit heeft, draagt bij aan de kwaliteit van leraren. De rol van de directeur is hierbij cruciaal. Diversiteit in het onderwijsteam helpt bij het maximaal benutten van de capaciteiten en kwaliteiten van teamleden. Dat vraagt het nodige van schoolleiders, maar ook van het schoolbestuur in het kader van het personeelsbeleid.
Wat betreft de kwaliteit van de leraar maakt de inspectie van het onderwijs onderscheid tussen didactische vaardigheden en differentiatievaardigheden. Beginnende leerkrachten zijn startbekwaam en de andere leerkrachten zijn basisbekwaam, vakbekwaam of excellent bekwaam. De directeuren krijgen de ruimte om hun beleid vorm te geven binnen de kaders van de beleidsstukken van de stichting. De grote mate van autonomie is kenmerkend voor de stichting.
De Onderwijsraad is in gesprek met deskundigen om antwoord te geven op de persoonlijke professionaliteit van de leerkracht. In ieder geval spreken we van een kritisch-onderzoekende houding die onlosmakelijk verbonden is met de professionaliteit.
Ons functiegebouw zal mogen passen bij onze professionele cultuur, we praten over eigenaarschap en flexibiliteit. Dit vraagt om een evaluatie en verfijning van ons functiegebouw.
De invoering van het onderwijs van de 21e eeuw vraagt van leerkrachten aanvullende vaardigheden. Alle leerkrachten in dienst van de TrEf onderwijs krijgen de mogelijkheid om zich te bekwamen in het toepassen van ICT in het dagelijks werk, passend bij de onderwijsbehoefte van de individuele leerlingen. Leerkrachten moeten zelf voldoende kennis van en ervaring met de zeven vaardigheden hebben om deze op een goede manier te kunnen overdragen. Het concept onderwijs van de 21e eeuw vraagt tevens om een andere rol van de leerkracht. We doen een beroep op de vaardigheden van leerkrachten om het nieuwe onderwijs te ontwikkelen en vorm te geven. Het investeren in de ontwikkeling van talenten en vaardigheden van leerkrachten is dan ook essentieel voor het realiseren van dit onderwijsconcept.
We willen leerkrachten hun eigen leerproces laten beïnvloeden vanuit hoofdstuk vier Onderwijs en Kwaliteit. Leerkrachten zijn verantwoordelijk voor hun vaardigheden en kunnen daarin zelfstandig handelen. Autonomie zal als een rode draad door ons onderwijs verweven worden. Als stichting geven we de kaders aan waarbinnen er gehandeld mag worden.
We vragen binnen de kaders van de stichting, hogere orde denken van de leerkrachten. Dit vraagt analyse- en onderzoeksvaardigheden van onze leerkrachten. Om dit te realiseren zetten we in op het opleiden en begeleiden van de leerkrachten. We vragen van deze leerkrachten dat ze opbrengsten kunnen analyseren en een koers kunnen uitzetten voor de toekomst. Van de directeuren wordt verwacht dat ze zich ontwikkelen tot coachende en stimulerende directeuren. Samen met de directeur bepalen de leerkrachten waar ze staan en hoe ze zich verder ontwikkelen. De nadruk ligt op bewustwording, eigen ambities en prioriteiten stellen. We werken vanuit ons gedachtegoed: leerlingen zijn onze toekomst. Leerlingen dagen we uit om te blijven ontwikkelen vanuit een lerende omgeving waarin we verbinden en uitdagingen samen aangaan.
We geven onze medewerkers vertrouwen en autonomie, zodat ze kunnen en durven te floreren. Mensen gaan leren als ze ruimte krijgen, zolang het maar om professionele autonomie gaat en gemeenschappelijke doelen niet uit het oog worden verloren. In iedere laag van de organisatie zien we eigenaarschap terug: vanaf de directeur-bestuurder tot aan het kind in de klas. Ons uitgangspunt is: Je mag fouten maken om te kunnen leren, want fouten zijn het bewijs dat je het probeert.
Binnen TrEf realiseren we onze eigen code voor een professionele cultuur. We dagen elkaar uit om meesterschap en leiderschap in te zetten binnen ons inclusief onderwijs. We treffen het met elkaar, omdat we zicht hebben op onze competenties, waarin we elkaar blijvend bevragen binnen ons toekomstig onderwijs. We leren samen en werken samen. We staan in verbinding met elkaar!
We willen met ons personeelsbeleid ervoor zorgen dat de professionele ontwikkeling van onze medewerkers leidt tot een samenwerking van kennis en vaardigheden binnen onze scholen. We maken gebruik van verschillende instrumenten die ons ondersteunen in bovenstaand proces. Ons inzicht op onze handelingsverlegenheid is onze kracht. Samen vormen we een verantwoordelijke duurzame organisatie waar vertrouwen in ons leerproces centraal staat. We kunnen in ieder geval onze theoretische kennisvaardigheden omzetten in gedragsvaardigheden binnen onze dagelijkse praktijk.
We zijn een eigentijds Kindcentrum. PlusKinderopvang en TrEf Onderwijs faciliteren opvang en onderwijs: we bieden alle, mogelijke opvangmogelijkheden aan in combinatie met basisonderwijs. Hierbij stralen wij uit dat we één organisatie zijn en leren we van en met elkaar. We zijn één team en hebben één taak: samen werken aan de ontwikkeling van onze kinderen, om eruit te halen wat er in zit!
Alle teamleden zetten zich in voor professionalisering en hebben invloed op de eigen ontwikkeling. We stimuleren hierbij de autonomie van de teamleden.
Ambities Professionaliteit en Inzetbaarheid | ||||
---|---|---|---|---|
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
5.1 Personeelbeleidsplan |
Er is een actueel personeelsbeleidsplan. |
PLAN: op stichtingsniveau wordt een 'Personeelsbeleidplan' opgesteld; DO: wanneer het plan in de GMR en het directieberaad is goedgekeurd, inbrengen tijdens een Teamoverleg OK; CHECK: het plan regelmatig evalueren in het directieberaad en erna kenbaar maken in het team; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventueel het plan aanpassen en opnieuw inbrengen voor vaststelling. |
Ieder teamlid van Kindcentrum De Wel kent de werkwijze en de doelstellingen en weet wat er pedagogisch en didactisch van hem of haar verlangd wordt. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.2 Personeel Tevredenheidsonderzoek (PTO) |
Alle personeelsleden zijn tevreden over het werken in het kindcentrum en de manier waarop zij zich mogen profileren. |
PLAN: eens in de drie schooljaren wordt er een PTP afgenomen door de organisatie 'Scholen met Succes' (SmS); DO: voorafgaande aan de afname zoekt SmS contact met de directeur. Alle personeelsleden worden geïnstrueerd waarna er een digitale vragenlijst wordt ingevuld. De resultaten worden in samenvatting gedeeld met het team en de MR; CHECK: de resultaten worden geëvalueerd in het team en in de MR, waarna de achterban via de nieuwsbrief wordt geïnformeerd. ACT: n.a.v. 'CHECK' eventuele acties opnieuw uitzetten in tijd en terug laten komen in de jaarplannen, waarbij het tot de mogelijkheden behoort dat er voor de ontwikkelpunten een 'actieplan' wordt geschreven |
De personeelsleden waarderen het kindcentrum in haar totaliteit minimaal met een 7,5 (PTP). Meer dan 90% van de personeelsleden waarderen het kindcentrum met een 6,0 of hoger. Eventuele ontwikkelpunten worden adequaat opgelost en geëvalueerd. |
2021 - 2022 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.3 Professionalisering |
Teamleden ervaren een grote autonomie op het gebied van de eigen professionaliteit. |
PLAN: tijd inruimen om na te denken over het kaderen van de professionele ontwikkeling, format POP (her)ontwikkelen, verdiepen in COO7, collega's stimuleren na te denken over de professionalisering; DO: wanneer er een vaststaand format is voor het POP deze implementeren in het team, kijken naar mogelijkheden tot scholing voor het team alsmede individuele teamleden. Teamleden houden hun eigen POP en professionele ontwikkeling bij (o.a. via COO7); CHECK: regelmatig het POP evalueren en ervoor zorgen dat teamleden zelf 'checken' waardoor het POP/COO7 levend blijft (werkvormen aan verbinden); ACT: n.a.v. 'CHECK' bepalen of het POP/COO7 'leeft' en desgewenst nieuwe acties verbinden aan de professionalisering, welke terugkomen in het jaarplan. |
Ieder teamlid van voelt zich verantwoordelijk voor zijn/haar eigen professionaliteit. Ieder teamlid van ervaart voldoende autonomie op het gebied van de eigen professionalisering. Teamleden realiseren zich dat de 'collectieve' ontwikkeling altijd voorrang heeft op de 'individuele' ontwikkeling. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.4 Gesprekkencyclus |
Teamleden voelen zich gehoord en gezien door de directie. |
PLAN: ieder schooljaar startgesprekken plannen, POP-gesprekken plannen, functioneringsgesprekken plannen; DO: in de laatste week van de zomervakantie vindt het startgesprek plaats, tussen individuele teamleden en de directeur. Het gesprek is informeel en heeft als doel om voorafgaande aan de startvergadering te peilen hoe teamleden aankijken tegen het komende schooljaar. Eventueel worden ontwikkelpunten kort besproken. Halverwege het schooljaar staat er een 'formeel' POP-gesprek gepland. Hierbij wordt ingezoomd op de professionele ontwikkeling, maar ook de 'wensen en beschikbaarheid' t.a.v. de formatie in het schooljaar erna. In het voorjaar worden de functioneringsgesprekken gepland (en geregistreerd via COO7). Gedurende het gehele schooljaar is de directeur beschikbaar voor teamleden en daarbij is hij proactief in het 'zien en horen' van teamleden; CHECK: in ieder officieel gesprek is er ruimte voor het teamlid om aan te geven hoe hij/zij vindt dat het verlopen is. De gesprekkencyclus wordt eens per twee schooljaren geëvalueerd en daarna desgewenst bijgesteld. Het functioneren van de directeur wordt door teamleden tegen het licht gehouden middels een jaarlijkse 360-graden feedback; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventuele vervolgacties inplannen via het jaarplan. |
De verschillende gesprekken worden ervaren als zinvol en effectief. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.5 Lesbezoeken |
Doormiddel van de verschillende lesbezoeken is er continu zicht op de ontwikkeling van de leerkrachten en de groepen. |
PLAN: ieder schooljaar sfeer-, flits- en lesbezoeken plannen voorafgaande aan het schooljaar; DO: in de eerste weken van het schooljaar vinden er in alle groepen sfeerbezoeken plaats, afgelegd door de directeur. Het doel is 'sfeerproeven' en eventuele opvallende zaken snel te signaleren. Kort voor de herfstvakantie starten de flitsbezoeken, afgelegd door de directeur. Dit gebeurt eerst aangekondigd en later onaangekondigd. De flitsbezoeken vinden tot aan de kerstvakantie plaats en later in het schooljaar nogmaals. Het doel is het in kaart brengen van de organisatorische-, pedagogische- en didactische situatie in een groep. De 'officiële' lesbezoeken worden ingepland op afspraak, vanaf het nieuwe jaar tot ongeveer april. Het lesbezoek wordt afgelegd door de directeur en vooraf wordt een kijkwijzer bekend gemaakt. De intern begeleider bezoekt iedere groep minimaal twee keer per schooljaar en bekijkt dan o.a. het logboek en de groepsmap; CHECK: er is na ieder lesbezoek ruimte voor een terugkoppeling. Na een sfeer- of flitsbezoek is dit niet verplicht. Na een lesbezoek vindt er een nagesprek plaats en volgt er een verslag. Dit verslag kan ge-upload worden in COO7. De werkwijze van bezoeken word ten minste eenmaal per schooljaar geëvalueerd in een teamoverleg; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventuele vervolgacties inplannen via het jaarplan. |
Iedere leerkracht kent zijn sterke- en ontwikkelpunten en vindt het 'normaal' om bezoek te krijgen in zijn/haar klas. Iedere groep is 'in kaart'. Er is ruimte om de individuele leerling te volgen en proactief te kunnen handelen indien gewenst. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.6 ICT |
Ieder teamlid is in staat om adequaat om te gaan met de meest voorkomende ICT-middelen. |
PLAN: voor ieder teamlid duidelijk maken wat er van hem of haar verwacht wordt t.a.v. de ICT-middelen die wij gebruiken: device leerkracht, device leerlingen, digibord of SMART-TV en veel gebruikte programma's als Parnassys, Prowise/Gynzy, Snappet, Basispoort, etc; DO: bij de implementatie van (nieuwe) ICT-middelen of hieraan gerelateerde programma's of apps is er aandacht voor de voorlichting, het inwerken en de nazorg. Teamleden die ontwikkeling nodig hebben, worden hierin begeleid; CHECK: nieuwe ICT-middelen of hieraan gerelateerde programma's worden geëvalueerd tijdens teamoverlegmomenten; ACT: n.a.v. 'CHECK' worden eventuele vervolgacties gecoördineerd door de ICT-coördinator, al dan niet in overleg met de directeur. |
Ieder teamlid heeft basiskennis van de meest voorkomende ICT-middelen. Ieder teamlid weet hoe hij of zij zich op ICT gebied kan ontwikkelen, indien nodig. ICT is ondersteunend en niet leidend, binnen het lesprogramma. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.7 Feedback |
De directeur heeft zicht op zijn eigen handelen. |
PLAN: ieder schooljaar zet de directeur een '360 graden feedback' uit in het team; DO: tegen het einde van het schooljaar zet de directeur de '360 graden feedback' uit en koppelt hieraan een deadline. De resultaten worden gemonitoord, geanalyseerd en gedeeld met het team en de directeur-bestuurder van TrEf onderwijs; CHECK: de resultaten worden op hoofdlijnen besproken met het team en kunnen desgewenst een agendapunt vormen tijdens een voortgangsgesprek tussen de directeur en de directeur-bestuurder van TrEf onderwijs; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventuele vervolgacties inplannen en/of een ontwikkeltraject starten. |
De directeur kent zijn sterke- en ontwikkelpunten en is bereid hierop te acteren. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.8 Werkverdelingsplan |
Er is een transparant werkverdelingsplan en deze is inzichtelijk en begrijpelijk voor ieder teamlid. |
PLAN: aan het einde van het schooljaar stelt de directeur een werkverdelingsplan op voor het schooljaar erna; DO: het werkverdelingsplan wordt opgesteld n.a.v. de formatie voor het volgende schooljaar. Tijdens de ontwikkeling van het plan zijn er meerdere overlegmomenten, waarbinnen het team kan beslissen over de beleidskeuzes binnen het werkverdelingsplan. Beleidskeuzes worden vastgelegd en opnieuw voorgelegd aan het team, voordat ze worden vastgesteld; CHECK: het werkverdelingsplan is vastgesteld voordat het schooljaar begint, opdat ieder teamlid weet wat van hem of haar verwacht wordt, betreffende de aanwezigheid en de taken die hieruit voorvloeien. De PMR-leden 'beoordelen' het plan voor akkoord of niet akkoord. Het werkverdelingsplan wordt ten minste tweemaal per schooljaar geëvalueerd tijdens teamoverlegmomenten; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventuele vervolgacties inplannen via het jaarplan. |
Ieder teamlid is op de hoogte van het werkverdelingsplan en kent zijn/haar taken voor het nieuwe schooljaar. De PMR gaat akkoord met dit werkverdelingsplan. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.9 POP 2.0 |
Ieder teamlid beheert zijn of haar eigen POP. |
PLAN: de directeur maakt en presenteert een nieuw format (POP 2.0). Het nieuwe format is overzichtelijk, beheersbaar en makkelijk bij te houden; DO: voorlichtingsmoment plannen, POP 2.0 presenteren, POP 2.0 terug laten komen tijdens (functionerings)gesprekken, teamleden verantwoordelijkheid geven voor de eigen ontwikkeling en dit stimuleren; CHECK: het format in het eerste schooljaar (2019-2020) een aantal keren evalueren en desgewenst aanpassen. Teamleden zorgen ervoor dat het format wordt ge-upload binnen COO7; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventuele vervolgacties inplannen via het jaarplan. |
Iedere teamlid voelt zich verantwoordelijk voor zijn/haar eigen ontwikkelingsplan. |
2019 - 2023 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
5.10 (TOE) De veranderende rol van de intern begeleider |
De rol van de intern begeleider verandert van 'traditioneel' naar 'toekomstgericht' |
PLAN: er wordt onderzocht op welke manier de intern begeleider nu werkt en op welke manier dit verbeterd kan worden. Erna wordt een traject opgesteld waarbinnen de rol veranderd en zichtbaar wordt voor derden; DO: de huidige rol onderzoeken, overleg op school- en stichtingsniveau, doelen stellen en evalueren, doelen opnemen in jaarplan en managementcontract, scholing volgen; CHECK: in het schooljaar 2021-2022 dit beleidspunt agenderen en evalueren. Op basis daarvan bepalen in welke mate het beleidspunt terugkomt in andere schooljaren; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventuele vervolgacties inplannen via het jaarplan. |
De intern begeleider ziet de meerwaarde van de transitie. Het team ziet de meerwaarde van de transitie. |
2021 - 2023 |