Vanuit het rijk wordt aan TrEf een grote mate van autonomie gegund. Het gevolg hiervan is dat deze TrEf haar organisatie en beheer op orde moet hebben en daarbij het geld zorgvuldig dient te besteden. Uitgangspunt voor een gezond bestuurlijk beleid is dat het dienstbaar is aan de onderwijsactiviteiten en doelmatig wordt uitgevoerd.
De wetswijziging die in 2015 is ingegaan vereist dat TrEf een visie en beleid ontwikkelt op huisvesting. Sinds dat moment valt ook de buitenkant van de gebouwen onder de verantwoordelijkheid van TrEf als schoolbestuur en is dit niet langer belegd bij de gemeente. In samenwerking met Sweco is een meerjarenonderhoudsplan (MOP) opgesteld. Jaarlijks wordt in overleg met de directeuren vastgesteld welk onderhoud gepleegd moet worden.
Met passend onderwijs heeft TrEf de uitdaging om een leerling die ondersteuning nodig heeft een passende plek te bieden. TrEf onderwijs wil niet alleen voldoen aan de zorgplicht, maar heeft ook de ambitie om actief te participeren binnen het regionaal samenwerkingsverband.
Naast de zorgplicht heeft er ook een grote budgettaire verschuiving plaatsgevonden. Voor wat betreft de financiën, en daarmee de bekostiging van ondersteuning, is binnen het samenwerkingsverband gekozen voor het principe ‘geld volgt het kind’. Dit betekent dat scholen zelf de regie mogen gaan voeren over de ondersteuningsbudgetten. Daarmee komt de directe bekostiging van ondersteuningsarrangementen op het niveau van de school en het daaraan verbonden bestuur te liggen. Dit uitgangspunt doet recht aan de visie van TrEf onderwijs en het samenwerkingsverband, omdat het toekennen van financiële middelen direct aan de scholen een belangrijke stap is in het organiseren en uitvoeren van maatwerk in de klas.
Demografische ontwikkelingen laten zien dat de leerlingendaling minder heftig is dan in de afgelopen jaren. In de periode van dit strategisch beleidsplan verwachten we een lichte daling, mogelijk zelfs een stabilisatie, van het leerlingenaantal. Als TrEf onderwijs maken wij ons sterk voor het behoud van onze scholen, ook in de kleine kernen, omdat wij van mening zijn dat onze scholen een belangrijke maatschappelijke functie hebben en van toegevoegde waarde zijn voor de gemeenschap.
Het is onze uitdaging om onze scholen zo in te richten dat wij kunnen voldoen aan onze opdracht op de korte en de lange termijn. Daarbij houden we rekening met de ontwikkelingen in de omgeving, maar onze ambities zijn daarbij leidend.
Voor het professioneel en gezond kunnen blijven functioneren van TrEf onderwijs als geheel en de scholen afzonderlijk zijn een efficiënte organisatiestructuur en een deskundig beheer van gebouwen en middelen onmisbare randvoorwaarden. Uitgangspunt van TrEf onderwijs is dat we ons onderwijs niet willen regelen, maar organiseren. Vanuit het bestuurskantoor worden leerkrachten en schooldirecteuren zoveel mogelijk ontlast van beheerstaken, zodat zij zich kunnen richten op de kwaliteit van het onderwijs. Voor alle school- overstijgende organisatorische wensen en eisen is de directeur-bestuurder de eindverantwoordelijke en het aanspreekpunt. Voor de interne organisatie op de individuele scholen heeft de schooldirecteur deze rol.
We willen een financieel gezonde stichting blijven waarbij inkomsten zijn bedoeld om goed onderwijs te bieden. De zeggenschap en verantwoording voor het onderwijsbeleid en dus ook voor de bestedingen aan het onderwijs ligt grotendeels bij de scholen.
De belangrijkste doelstellingen voor ons strategisch financieel beleid zijn:
• Gezonde scholen. Dit betekent uitgaan van het belang van goed onderwijs, waarbij wij tegelijkertijd proberen te voldoen aan de door de Inspectie gegeven richtlijnen op het gebied van kapitalisatiefactor, solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit.
• Een jaarlijkse begroting met een sluitend resultaat.
Om inclusief hedendaags christelijk onderwijs te geven, besteden we de personele middelen zoveel mogelijk aan het primaire proces. De personele middelen komen maximaal ten goede aan onderwijzend personeel en ondersteunend personeel. Binnen elke school wordt voldoende ruimte gereserveerd voor innovatietrajecten, die vorm krijgen binnen de verschillende hoofdstukken vanuit het strategisch beleidsplan. We zorgen met elkaar voor een gezond beleid, waarin we samen verantwoordelijk zijn.
We houden gezond toezicht op de financiën door een heldere planning en control cyclus. Dit wordt uitgevoerd door Akorda Onderwijsdienstverlening. De directeur is eigenaar van de begroting van de school en verantwoordelijk voor de opstelling daarvan (ondersteund door een controller van het administratiekantoor). De begroting wordt direct gekoppeld aan de doelen die zijn opgenomen in het schoolplan. De realisatie per kalenderjaar wordt besproken en wordt meegenomen bij het begrotingsgesprek aan het begin van het schooljaar. Bij overschrijding van budget krijgt de directeur-bestuurder een signaal van de betreffende directeur (en controller), zodat er tijdig geanticipeerd kan worden. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht over de behaalde financiële resultaten in de managementrapportages (vier tot zes keer per jaar) en door middel van de jaarrekening.
Ons arbobeleidscyclus vraagt van ons om alle risico’s in en om onze scholen te inventariseren en te evalueren. Een gezonde en veilige werkomgeving voor onze medewerkers is essentieel. We maken hierbij gebruik van de Arbomeester. We inventariseren en analyseren de arborisico´s en stemmen daarop ons arbobeleid af.
De filosofie van TrEf onderwijs is om het bestuurskantoor functioneel effectief dienstbaar te organiseren.
De huidige functies op het bestuurskantoor zijn specialistische functies die er op gericht zijn om de scholen werk uit handen te nemen, zodat men zich op de scholen kan concentreren op hoogwaardig onderwijs. We zijn er voor de scholen, de personeelsleden, de kinderen en de ouders. Daarom blijven we onze ondersteuning voortdurend afstemmen op de ambities van dit strategisch plan, de plannen en behoeften van de verschillende scholen. We houden rekening met de eisen die de omgeving aan ons als stichting stelt en de beschikbare middelen.
Als kindcentrum hebben we geen winstoogmerk. Wel staan we open voor financiële initiatieven vanuit het kindcentrum of er buiten. Dit kan te maken hebben met een zendingsproject, het ondersteunen van een goed doel of het bijdragen aan een sponsoractie. Dat is dan ook de reden dat we vinden dat wij daar beleid op moeten maken.
Ambities Financiën en Huisvesting | ||||
---|---|---|---|---|
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
6.1 Sponsorgelden |
Het kindcentrum heeft beleid t.a.v. sponsorgelden |
PLAN: opstellen beleid t.a.v. sponsorgelden; DO: beleidsplan opstellen en inbrengen tijdens het directieberaad; CHECK: beleidsplan regelmatig evalueren in het directieberaad en desgewenst delen met het team; ACT: n.a.v. 'CHECK' eventueel het plan aanpassen en opnieuw inbrengen voor vaststelling. |
Teamleden kennen het beleid t.a.v. sponsorgelden en weten hiernaar te handelen |
2019 - 2021 |
Onderwerp | Einddoel | Proces | Succescriteria | Tijdpad |
---|---|---|---|---|
6.2 Private gelden |
In overleg met de Medezeggenschapsraad (MR) worden de private gelden ingezet, daar waar het voor bedoeld is: onze leerlingen |
PLAN: wanneer er private gelden nodig zijn wordt dit door de directeur kenbaar gemaakt aan de MR. De directeur is verantwoordelijk voor de boekhouding van de private gelden. Er wordt een plan gemaakt door de partij die het plan indient en de MR beoordeelt dit. De directeur is op afroep beschikbaar voor advies; DO: wanneer er een plan ligt wordt er door de MR tijd ingeruimd binnen haar agenda. Om de private gelden te bewaken vindt er jaarlijks een kascontrole plaats. Voorafgaande aan de controle stuurt de directeur de benodigde stukken (rekeningafschriften, Excelsheets); CHECK: een concreet plan heeft een begroting, welke ingezien wordt door de MR. Tijdens de kascontrole zijn minimaal twee ouders vanuit de MR aanwezig en de directeur. ACT: n.a.v. 'CHECK' worden eventuele actiepunten geagendeerd en/of gecontroleerd door de volgende kascontrole. |
De MR en directie hebben zicht op de private gelden, door middel van een jaarlijkse kascontrole Bij een besteding van de private gelden hoort een plan en een begroting De MR en directie hebben een schriftelijke afspraak, waarin staat wat het minimale saldo is betreffende de private gelden |
2019 - 2023 |