Schoolplan 2019-2023 In de Lichtkring Zeewolde
  1. 8.1. Kwaliteitszorg

    1. Cyclisch werken aan kwaliteit


      Goed verantwoorden en voortdurend verbeteren; dat is wat we willen. Om dit te bereiken hebben we een kwaliteitscyclus waarin we beschrijven hoe we op vaste momenten, over vooraf vastgestelde onderwerpen, onze resultaten in kaart brengen - om zo ons handelen te evalueren en verantwoorden. Deze half jaarlijkse rapportages en data die we verzamelen zijn vooral een hulpmiddel om het goede gesprek te kunnen voeren: "Wat is de situatie op de school, in de klas, voor deze specifieke leerling (en wat zeggen de data nu echt?), hoe handelen we hierin en doen we dus dát wat we moeten doen om onze leerlingen en medewerkers te geven wat we beloven?" . In gesprek met elkaar stellen we dus vast wat er nodig is om tot verbetering te komen - op het niveau van het individuele kind, de medewerker, de groep en de school. Specifieke zaken leggen we vast in ParnasSys bij de leerling. 

      Kwaliteit voor iedere leerling  

      De leerlingresultaten leggen we vast in ParnasSys, ons leerlingvolgsysteem. Hierin registreren we dat vanuit het kader van de inspectie noodzakelijk is, dat levert ons nl. voldoende informatie op voor ons dagelijks handelen. Dit zijn de methode toetsen van de hoofdvakken rekenen, spelling, en lezen. 

      Wij verzamelen vanaf binnenkomst met behulp van een leerling- en onderwijsvolgsysteem systematisch  informatie over de kennis en vaardigheden van haar leerlingen. Voor de kennisgebieden taal en rekenen/wiskunde gebeurt dit vanaf groep 3 met betrouwbare en valide toetsen  van Cito en/of DIA volgtoetsen die tevens een indicatie geven van de bereikte referentieniveaus. Leraren vergelijken deze informatie met de verwachte ontwikkeling. Deze vergelijking maakt het mogelijk om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen als individuele leerlingen. Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren, analyseren wij minimaal half jaarlijks  waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. Vervolgens bepalen we wat er moet gebeuren om eventuele achterstanden bij leerlingen te verhelpen.  

      We kijken hierbij als team telkens kritisch naar welke registraties bijdragen aan een goed zicht op de leerling en welke registraties vooral administratieve druk opleveren. 

      We werken vanaf groep 4 met rekenen en spelling aan de doelen vanuit SNAPPET, waarbij we wekelijks zicht hebben en houden of de groei van de ontwikkeling op het gewenste niveau zit. Twee keer per jaar passen we streefdoelen aan op basis van de analyse van de halfjaarlijkse CITO of DIA toets.

      Voor het werken aan kwaliteitszorg in het team, om de voortgang en het effect van de uitvoering te volgen, worden de volgende activiteiten ondernomen: Analyseren van de midden-en eindtoetsen van CITO en DIA en de leeropbrengsten. Dit wordt gedaan door de leerkrachten voor de eigen groep. De schoolleider met de Intern Begeleider doet dit op leerjaar- en op schoolniveau.  Om de resultaten van ons onderwijs te evalueren, hebben we een eigen norm per groep geformuleerd op basis van onze leerlingenpopulatie.  Voor de groepen 3-8 geldt hierbij 50 % van de leerlingen haalt een A of B score op CITO en max. 75 % een A-B-C score. 

      Keuzes voor het beredeneerde aanbod van de groep als geheel zijn te vinden in het groepsplan. Hierin werken we met doelen voor rekenen en spelling en vanaf groep 4 vanuit SNAPPET en methodelijnen vanaf groep 3 werken. Bij de themaplanning in de groepen 1-2, die gebaseerd is op het cyclisch halfjaarlijks, werken we met de ononderbroken ontwikkelingslijnen vanuit de leerlijnen jonge kind binnen ParnasSys.

      • Tweejaarlijks een zelfevaluatie  met behulp van onderdelen van vragenlijsten vanuit ParnasSys. Deze staan in direct verband met de gewenste kwaliteit die de school in het betreffende schooljaar wil realiseren. Er  worden selecties samengesteld uit de verschillende vragenlijsten. Om de schoolspecifieke ambities te onderzoeken, worden indien van toepassing, eigen vragen samengesteld en afgenomen. 

      • De schoolleider, Intern Begeleider of een interne specialist op een vakgebied onderzoekt de voortgang van de gewenste kwaliteit voor vakdidactiek, onder andere door middel van flitsbezoeken/ observaties in de groepen. Deze observaties worden besproken met de leerkrachten.

      • Medewerkers doen onderzoek naar de eigen competenties in verband met de gewenste kwaliteit voor betreffend onderdeel. Zij organiseren met het oog daarop twee-jaarlijks feedback met behulp van de competentievragenlijsten vanuit MijnBardo. De school kiest/stelt jaarlijks voor de verschillende functies binnen de school competentievragenlijsten samen die direct samenhangen met de gewenste kwaliteit. 

      • Er wordt  een kwaliteitsagenda opgesteld waarin alle activiteiten in functie van kwaliteitszorg opgenomen zijn. De kwaliteitsagenda maakt inzichtelijk: 1) welke activiteiten op welk moment in het schooljaar uitgevoerd worden in het kader van observatie, zelfevaluatie en analyse;  2) op welk momenten in het schooljaar en met wie communicatie plaatsvindt over de voortgang van de plannen op basis van de verkregen observatie- en evaluatiegegevens. 

      • Het resultaat van de evaluaties wordt vastgelegd in de opgestelde jaarplannen. Indien uit de verzamelde gegevens blijkt dat de  voortgang onvoldoende  is, wordt de aanpak bijgesteld.  

      • Elke vier jaar vindt een risico-inventarisatie plaats met behulp van Revitanu. 

       Verantwoording 

      Er wordt belang gehecht aan tijdige en transparante  verantwoording. Dit gebeurt in de eerste plaats in dit schoolplan. 

      Dit wordt toegestuurd naar de onderwijsinspectie en is voor iedereen inzichtelijk op de website.

      Naast de kwaliteitscyclus op schoolniveau hebben we op CorDeo-niveau de bestuurlijke managementcyclus, die is uitgewerkt en beschreven in het bestuurlijk kwaliteitsbeleid.

      Onze kwaliteitseisen op onze school
      Het waarderingskader van de Inspectie is de basisnorm voor ons kwaliteitskader. Daarnaast hebben we ook aanvullende eigen kwaliteitseisen, op grond van onze missie en visie.

      Binnen de sociaal emotionele ontwikkeling volgen we de kinderen met Kanvas en willen we dat minimaal 95% van de kinderen zich gezien weet en een optimaal welbevinden ervaart.

      Alle kinderen leveren resultaten passend bij hun niveau. Hiervoor is onze uitstroom gemiddeld en hoger. We hanteren verder de normen van het CPS voor een sterke school met 50% A en B en 75% A-B-C scores op de cito half jaartoetsen.




  2. 8.2. Organisatie

    1. Ons schoolgebouw
       Vanuit onze visie en missie willen we de komende jaren extra / blijvend aandacht geven aan de duurzaamheid van ons schoolgebouw. In de keuzes die we maken bij investeringen en onderhoud bij de aankomende verbouwing, waarin we ons gebouw zo willen inrichten dat het SBao en SO ook een centrale plek in Zeewolde  krijgen, is dit een factor die we nadrukkelijk meewegen.

      Financiën
      De schoolleider is verantwoordelijk voor de financiële planning van de school en legt hierover verantwoording af aan het bestuur. Hierbij zetten we in op beleidsrijk begroten: de financiële keuzes die we maken, zijn direct gekoppeld aan de prioriteiten die we stellen in de school- en jaarplannen. De komende jaren willen we hierbij extra aandacht geven aan het bewust en zo effectief mogelijk inzetten van de gelden rond zorg en inclusief onderwijs. Hiervoor zijn en gaan medewerkers aan de studie om meer expertise op vakgebieden en hoogbegaafdheid en inclusief onderwijs te ontwikkelen. Het werken met specialisten in de school en de inrichting van het gebouw rondom het werken met leerpleinen en UNIT onderwijs bepalen de financiële keuzes.

      Verantwoording & inspraak
      Op onze school hebben we, zoals wettelijk vastgelegd, een MR waarin ouders en personeel zeggenschap uitoefenen. De MR wil proactief en professioneel handelen, om zo bij te dragen aan het realiseren van de schooldoelen en het goed functioneren van de school.

      Naast de MR is ook een identiteitscommissie actief, die als klankbord naar de directeur functioneert op het gebied van identiteit en de ouderleden van de schoolvereniging vertegenwoordigt in de Algemene Vergadering.

      In de afgelopen periode is de samenwerking met onze kinderopvangstichting KOALAH onderzocht. Voornemen is de samenwerking met kinderopvang (KOALAH of andere lokale partners) verder te versterken op de scholen waar dit waarde toevoegt voor de ontwikkeling van de kinderen. We willen kansen benutten als het gaat om bijvoorbeeld doorgaande ontwikkellijnen en goed werkgeverschap in duobanen.


  3. 8.3. Onze doelen

    1. - Inzet Snappet bij volgen van leerling

      - Van Cito naar DIA / eigen toetsen

    2. Doelen
      Thema Einddoel Stappen Focusperiode
      DIA als analyse middel

      We werken met de DIA toetsen voor de halfjaarslijkse analyse en bij de eindtoets van groep 8.

      We oriënteren ons op de manier van werken van DIA

      We kiezen voor de invoering van DIAtoetsen vanaf groep 5.

      We kiezen voor de invoering van DIAtoetsen vanaf groep 3 ( komen later medio 2021? ).

      2019 - 2023
      Thema Einddoel Stappen Focusperiode
      SNAPPET als middel t.b.v. eigenaarschap bij de kinderen

      De kinderen werken met een hoge betrokkenheid aan hun eigen doelen bij rekenen , spelling en taal passend bij hun streefniveau.

      Leerkrachten van groep 4-8 gaan op SNAPPET training.

      Er is een SNAPPET coördinator/specialist in elke BOUW.

      2019 - 2023
  4. 8.4. Invulling wettelijke kaders

    1. In dit schoolplan zijn veel onderwerpen die genoemd worden in artikel 12 van de WPO. 

      Hieronder is per onderwerp weergegeven waar dit te vinden is in de eerdere hoofdstukken. Wat nog niet eerder is uitgewerkt, werken we hier alsnog uit. 


      Wettelijke eis / te beantwoorden vraagInvulling
      Hoe gaat de school om met sponsorgelden?De school neemt in principe geen sponsorgelden aan als daar een tegenprestatie voor verwacht wordt die onder schooltijd plaatsvindt of waar de leerlingen mee geconfronteerd worden. 
      Uitzonderingen worden alleen gemaakt na instemming van de MR.
      Hoe maakt de school een doorlopende leerlijn mogelijk?Zie hoofdstuk 8  kwaliteitszorg 
      Hoe is het burgerschapsonderwijs ingericht?
      Zie hoofdstuk 5
      Wat biedt de school qua extra ondersteuning in relatie tot het SOP?
      Zie hoofdstuk 6
      Hoe volgt de school de leerlingen?

      Zie hoofdstuk 8.1

      Welke onderwijstijden hanteert de school?
      De school hanteert de volgende onderwijstijden voor groep 1-8:
      Maandag 8:30-12:00 en 13:15-15:15
      Dinsdag 8:30-12:00 en 13:15-15:15
      Woensdag 8:30-12:30 (gr 2-8)
      Donderdag 8:30-12:00 en 13:15-15:15
      Vrijdag 8:30-12:00 (gr 1-8) en 13:15-15:15 (gr 5-8)
      Hoe gaat de school om met taalachterstanden?
      We monitoren de taalontwikkeling van onze leerlingen.
      Wanneer leerlingen met een taalachterstand de school binnenkomen of wanneer in de loop van de jaren een achterstand zichtbaar wordt, geven we hierin extra ondersteuning. we werken hierin met het programma BOUW o.l.v. een onderwijsondersteuner. Dit wordt gecoördineerd door de IB-er.
      Zie hoofdstuk 6>3 doel NT-2 specialist.
      TOS: externe expertise
      Welke vakken biedt de school aan?
      De school biedt de volgende vakken aan: godsdienst, taal (lezen, taal & spelling), Engels, rekenen & wiskunde, natuur, aardrijkskunde, geschiedenis, muziek, seksuele vorming via de methode  Wonderlijk Gemaakt, beeldende vorming en gym.  
      Hoe gaat de school om met kerndoelen en referentieniveaus?Ons onderwijsaanbod is gerelateerd aan de kerndoelen: dit zijn de doelen die de leerlingen gezien onze populatie minimaal behaald moeten hebben aan het eind van groep 8. Op sommige punten vullen we dit aan met eigen doelen op basis van onze visie en missie, zoals beschreven in hoofdstuk 5.
      De uitstroom op de gewenste referentie niveaus is passend bij de schoolpopulatie.
      Welke eigen ambities heeft de school voor het onderwijsprogramma?Zie hoofdstuk 5 en 6
      Wat is het schoolbeleid over het pedagogisch-didactisch klimaat en schoolklimaat?Zie hoofdstuk 5 en 6
      Welke eigen ambities heeft de school voor het pedagogisch-didactisch klimaat en het schoolklimaat?Zie hoofdstuk 5 en 6
      Wat is het veiligheidsbeleid en hoe zijn de monitoring van de veiligheid en de coördinatie van het anti-pestbeleid georganiseerd?Monitoring van de veiligheid doen we via het systeem van de Kanjertraining Hierin nemen we onder andere jaarlijks een vragenlijst af onder de leerlingen van de groepen 5-8.
      De coördinatie van het anti-pestbeleid is belegd bij de Intern Begeleider.
      Het veiligheidsbeleid en rouwprotocol is te vinden op de website en de jaarlijkse schoolgids.
      Welke eigen ambities heeft de school op het gebied van veiligheid?Zie hoofdstuk 5 en 6  sociale veiligheid en BHV
      Hoe zorgt de school voor bevoegd en bekwaam personeel?Zie hoofdstuk 7
      Hoe zet de school het personeelsbeleid in om de onderwijskundige ambities te ontwikkelen en te verwezenlijken?Zie hoofdstuk 7
      Wat verwacht de school op pedagogisch-didactisch vlak van de leraren?Zie hoofdstuk 5.3 en 7 
      Welke ambities heeft de school met het pedagogisch-didactisch handelen van de leraren?Zie hoofdstuk 5 en 7
      Wat is het beleid over evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding? Binnen CorDeo is 92% van het onderwijsgevend personeel vrouw. Op 1-1-2019 is 46% van de directeuren vrouw (interimmers niet meegerekend). Er is dus geen sprake van een evenredige vertegenwoordiging. Dit heeft voor CorDeo ook geen hoge prioriteit: het vervullen van directeursfuncties is in de huidige markt al erg lastig. Wanneer er sprake is van gelijke geschiktheid (voor zover mogelijk) zal CorDeo bij benoeming in een directiefunctie voorrang geven aan een vrouw. Aan alle personeelsleden en dus ook aan vrouwen wordt alle ruimte gegeven om – bij geschiktheid – een leiderschapsopleiding te volgen.
      Hoe monitort de school of het onderwijs zo is ingericht dat leerlingen zich ononderbroken kunnen ontwikkelen en het onderwijs op hun behoeften is afgestemd?Zie hoofdstuk 8.1
      Hoe stelt de school verbetermaatregelen vast als daar aanleiding toe is?Zie hoofdstuk 8.1