Vanuit de ankerwaarden vertrouwen en verbinden is er ruime aandacht voor het pedagogische klimaat binnen Aves. Met veiligheid als randvoorwaarde, wordt het samen met en van elkaar leren tussen leerlingen, ouders en medewerkers gestimuleerd. Dit is vastgelegd in het kwaliteitsbeleid (zie Kwaliteitsbeleid 6.1.8), het jaarplan Passend onderwijs en het protocol Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld (zie Protocol Meldcode 6.1.4. en Protocollen sociale en fysieke veiligheid 2.5).
Afgestemde autonomie is één van de bouwstenen van de besturingsfilosofie van Aves. Dit betekent dat verantwoording laag in de organisatie ligt, maar besluiten genomen worden in afstemming. Het CVB bepaalt de kaders zoveel mogelijk in overleg met de directeuren.
Expertise is via de intern begeleider laagdrempelig inzetbaar, ondersteund door het expertisenetwerk van Aves en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noordoostpolder – Urk (SWV PO 24-02). Er is een nauwe samenwerking met externe partners, zoals de gemeente, kinderopvang en jeugdhulporganisaties. De samenwerking onderling, tussen de verschillende scholen wordt actief gestimuleerd.
Aves zet de ontwikkelbehoeften van leerlingen en medewerkers voorop. Ze zijn leidend en geven inhoud aan de leer- en onderwijsprocessen op school.
Vanuit de kernwaarden lef, passie en groei zoeken we bij belemmeringen naar ruimte voor maatwerk in organisatie en aanpak, met als doel: kansengelijkheid voor de leerling en de medewerker. Elke school heeft een eigen, schoolspecifieke definitie van goed onderwijs. Concreet streven we naar een proactieve houding en meer grip op de eigen ontwikkeling door eigen doelen en leerprocessen. We geven dit vorm door formatief handelen, talentontwikkeling, het ontwikkelen van een visie op gepersonaliseerd onderwijs en het zoeken naar andere vormen dan het leerstofjaarklassensysteem.
Ontwikkelbehoeften van de kinderen zijn richtinggevend voor de organisatie van het onderwijs.
CBS Op de Wieken heeft een eigen onderwijskundig en pedagogisch beleid. Dit past binnen het onderwijskundig en veiligheidsbeleid van Aves. De school heeft een eigen veiligheidsplan en een heldere omschrijving van het pedagogisch klimaat. Op school wordt gewerkt vanuit gezamenlijke teamafspraken rond het bevorderen van sociaal-emotionele ontwikkeling en burgerschap. Hierbij wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd met het leerlingvolgsysteem en wordt jaarlijks de Sociale Veiligheidsmonitor afgenomen. Aan de hand van deze opbrengsten en data worden in het veiligheidsplan zo nodig verbeteracties opgenomen en krijgen leerlingen de begeleiding naar behoefte. Alle medewerkers kennen de stappen van de meldcode.
CBS Op de Wieken werkt volgens Continu Verbeteren:
1. Ontwikkelen essentiële vaardigheden voor de toekomst.
We leiden onze leerlingen op voor een toekomst die we zelf niet kennen. De wereld verandert razendsnel en wordt steeds complexer. Onze leerlingen leven in een multimediale wereld en zijn tegelijkertijd actief op verschillende platforms.
In de Continu Verbeter Aanpak leren kinderen de volgende belangrijke vaardigheden:
3. Zorgt voor tevredenheid bij leerlingen, ouders en schoolteam
Verbondenheid door een gezamenlijk doel, actief meedenken, het vieren van successen en het leren van en met elkaar draagt bij aan een positieve sfeer binnen de school.
We kijken naar wat een leerling kan, maar ook hoe hij denkt, voelt en handelt. We zien het als onze taak om te zorgen voor een ononderbroken ontwikkeling en ontplooiing van de leerlingen. Op de Wieken wil zorgen voor een leercultuur waarin leerlingen zich veilig voelen, fouten durven maken, worden uitgedaagd en erop gericht zijn om hun eigen prestaties te verbeteren. Leerlingen leren omdat ze zelf iets willen bereiken. Er is een gedifferentieerd aanbod en we hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en van elkaar.
Een goede les bij ons op school bevat duidelijke leerdoel(en), succescriteria daar waar mogelijk in samenspraak met de leerlingen opgesteld, feedback van leerlingen en leerkrachten die gericht is op succes en een effectieve afsluiting van de les, waarin het geleerde wordt samengevat en daarop wordt gereflecteerd.
In de groepen 1 en 2 volgen we de leerlingen via het observatie instrument Mijnkleutergroep:
We hechten veel waarde aan een veilig speel- en werkklimaat, zodat de leerlingen samen kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen. Onze methode voor sociaal emotioneel leren (Kwink) is gericht op preventie en de kracht van een veilige groep. Kwink is gebaseerd op de principes van PBS ( Positive Behaviour Support).
Kwink:
Er wordt minimaal 1 uur per week besteed aan lessen uit Kwink. Deze tijd is over 2 momenten verdeeld, alle leerkrachten van een groep verzorgen een deel. Aan een les wordt twee weken gewerkt. De lessen worden aangeboden volgens de planning van Kwink.
We ontwikkelen en spreken een gezamenlijke taal. Via verschillende werkvormen wordt de sociale competentie ontwikkeld. Het gevolg is dat kinderen zich sociaal competent voelen en weerbaarder zijn. Daarnaast is er minder individuele, externe hulp nodig. We zien dan concreet in de school dat kinderen zichzelf kunnen sturen en hun gedrag kunnen reguleren. Leerkrachten zijn minder druk met incidenten. We zien leerkrachten die enthousiast met de lessen aan de slag zijn en die dezelfde taal spreken.
Op dit moment volgen we de leerlingen in hun sociale ontwikkeling door gebruik te maken van SCOLL. De komende jaren gaan we ons oriënteren op een opvolger van dit instrument.
Bij Aves kan ieder kind leren op zijn of haar eigen niveau en in eigen tempo. Om tegemoet te komen aan de ontwikkelbehoeften van de leerlingen, werken we samen met het expertisenetwerk van Aves en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noordoostpolder-Urk. We volgen de leerlingen vanaf de start op de basisschool (in groep 1-2 met het volgsysteem Mijnkleutergroep) en vanaf groep 3 met de landelijk genormeerde Iep-toetsen en het volgsysteem in ParnasSys. Binnen de zorgstructuur werken we cyclisch, waardoor er snel en direct kan worden gehandeld door de leerkrachten. De specifieke onderwijsbehoeften worden per leerling vastgelegd in ParnasSys.
In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) en het uitgebreide ondersteuningsdocument legt onze school vast welke extra ondersteuning we kunnen bieden aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en hoe de ondersteuning is georganiseerd. Leerkrachten worden geschoold om kinderen met extra onderwijsbehoeften te kunnen helpen en, op afroep, kan een beroep op specialisten van het Expertisenetwerk worden gedaan. Als er speciaal onderwijs nodig is, kan via de Toewijzingscommissie een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. De ouders worden betrokken bij de plannen die we maken om passend onderwijs mogelijk te maken.
Met een aantal dorpsscholen is een mooie samenwerking gestart. Kinderen die graag 'leren met hun handen' bezoeken een aantal keren in het jaar samen een technieklokaal en volgen hier praktisch gericht onderwijs.
Passend onderwijs strekt zich ook uit tot de meerbegaafde leerlingen. Op onze school is er een coördinator begaafdheid aanwezig die ondersteunt om het programma af te stemmen. Voor de meerpresteerders werken we met compacten en verrijken. Voor meerbegaafde leerlingen uit de groepen 5,6,7, en 8 is er de mogelijkheid om een bovenschoolse plusklas te bezoeken.
In de onderbouw staat het spelend leren centraal. De kinderen krijgen de ruimte om spelenderwijs hun omgeving te verkennen, te begrijpen en zo te leren. We werken met rijke thema's die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen of die vanuit de leerlingen zelf komen. Het thema is de leidraad voor creatieve opdrachten, taal, muziek, spel, beweging en voorbereidend rekenen en lezen. Voor het voorbereidend rekenen maken we gebruik van de methode Semsom, die ook in groep 3 gebruikt wordt. Hierbij staat bewegend en spelend leren centraal. In groep 3 verschuift gaandeweg het accent zich van spel- naar meer leergerichte activiteiten.
In groep 3 t/m 8 gebruiken we de methodes als bron. Onze lesmethodes zijn erop gericht om leerlingen te prikkelen, nieuwsgierig te maken en vooral veel zelf te laten ervaren en ontdekken. Dit vanuit de wetenschap dat wanneer leerlingen zelf actief zijn, ze zich sneller ontwikkelen en ze ook de leerstof beter begrijpen en langer onthouden. We volgen de leerlijnen binnen de vakgebieden. De leerlingen leren aan de hand van duidelijke leerdoelen en leren samen met de leerkracht aan te geven hoe ze hierin vorderen. We richten ons op de groei en ontwikkeling van de leerling en maken dit zichtbaar voor de leerlingen. We komen tegemoet aan de onderwijsbehoeften. We maken daarbij gebruik van dagtaken in de onderbouw en weektaken in de bovenbouwgroepen. Hierbij wordt de instructietafel ingezet voor verlengde instructies door de groepsleerkracht. Er wordt afgestemd op de instructiebehoefte en evaluaties worden bijgehouden.
Op het gebied van bijvoorbeeld lezen wordt het groepsdoorbrekend leren al volop ingezet, bijvoorbeeld tutorlezen en niveaulezen. Er zijn crea-middagen, bij sportactiviteiten wordt er groepsdoorbrekend gewerkt en incidenteel werken groepen samen bij andere vakgebieden. Vanaf 2023-2024 gaan de de groepen 4 t/m 8 op een vaste middag groepsdoorbrekend aan de slag. We werken drie á vier weken aan een thema. Een voorbeeld van thema's zijn: expressie, ICT en techniek, rekencircuit, natuur etc.
Basisvakken als rekenen en taal zijn belangrijk, maar persoonsvorming en sociale vorming zijn dat ook. We leren kinderen stevig in hun schoenen te staan en ze zo goed mogelijk voor te bereiden op de maatschappij. De leerlingen hebben een actieve rol in de les en gaan zelf op zoek naar oplossingen en antwoorden, We stimuleren leerlingen zicht te ontwikkelen tot zelfstandige, sociale en kritische persoonlijkheden, die de toekomst positief en met vertrouwen tegemoet zien. We volgen hierin de theorie van Biesta (2019) en richten ons op kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming.
Het ministerie van Onderwijs heeft voor alle vakken kerndoelen vastgesteld. Kerndoelen zijn doelen waaraan het onderwijs op een school moet voldoen en beschrijven in grote lijnen wat elke leerling in ieder geval moet worden aangeboden. Het onderwijsaanbod van de school moet op deze kerndoelen aansluiten. Daarnaast zijn er voor taal en rekenen referentieniveaus vastgesteld. Onze methodes voldoen aan de kerndoelen. De referentieniveaus voor taal en rekenen hebben we op deze manier ook verankerd.
Leerlingen binnen onze school met een taalachterstand krijgen de mogelijkheid om veel communicatieve vaardigheden te leren van en met elkaar binnen de groep. Daarnaast bieden wij extra individuele ondersteuning (en/of ondersteuning in een kleine groep) voor leerlingen met een NT2 problematiek, dyslexie en/of een TOS. Wij vertellen ouders ook dat Aves binnen haar scholen een specifieke school in Noordoostpolder heeft waar expertise is m.b.t. NT2 onderwijs. Verder bieden wij binnen ons onderwijs via Kentalis, Dyslexie behandelaars en (externe) logopedistes extra ondersteuning aan.
We gaan toewerken naar een doorlopende lijn in didactisch handelen, waarbij we gebruik maken van effectieve instructies. Dit is een gestructureerde manier van lesgeven. Onderzoek laat zien dat effectieve instructie positieve effecten heeft en leidt tot betere leerresultaten binnen verschillende domeinen; taal, rekenen, lezen en zaakvakken. Het team laat uitbreiding van het handelingsrepertoire zien met verschillende bewezen technieken en technologieën.
Taal/lezen: De Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad doen de aanbeveling om in 'diep lezen' en leesmotivatie te investeren. We gaan ons taal/ leesbeleid herzien en opnieuw vaststellen.
Rekenen: In de groepen 1 t/m 3 gaan we voor het eerst werken met de methode Semsom. Er wordt expertise ingezet van de rekenspecialist van Aves. In de groepen 4 t/m 8 gaan we werken met de nieuwste versie van Wereld in Getallen. Er volgt een uitgebreid implementatietraject door een externe rekenspecialist. Hierbij is er veel aandacht voor de effectieve rekeninstructie ( ik, wij, jullie, jij). Daarnaast heeft het automatiseren van de basisvaardigheden rekenen nog steeds een belangrijke plaats in ons onderwijsaanbod.
Woordenschat: Onze populatie vraagt een afgestemd aanbod op het gebied van woordenschat. Veel leerlingen komen binnen met een achterstand op dit gebied. Het vraagt van ons een gerichter en uitgebreider aanbod.
Burgerschap: Dit staat uitgebreid beschreven in het plan Burgerschap.
We willen de opbrengsten van de basisvakken omhoog brengen. Door een passend leerlingvolgsysteem te gebruiken en goede lessen te geven willen we onze eigen ambitiedoelen behalen. Het doel is tevens om m.b.t. de doorstroomtoets boven de referentiewaardes te zitten, rekening houdend met onze schoolweging.
Digitale geletterdheid omvat heel veel. Het bijbehorende onderwijs kan op verschillende manieren ingericht worden. Dat vereist het maken van keuzes, die ook verantwoord moeten worden; wat gaan we doen en waarom gaan we dat doen? We gaan werken met een brede visie op digitale geletterdheid. Digitale geletterdheid is dus niet alleen een kwestie van computational thinking of mediawijsheid. Het gaat niet om de keuze om alleen te programmeren met leerlingen of om ze vooral mediawijs te maken. Digitale geletterdheid is een combinatie van vier digitale vaardigheden, te weten: basisvaardigheden ICT, informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking.
We gaan toewerken naar een gestructureerd systeem van groepsdoorbrekend werken voor expressievakken, ICT en techniek, waar veel ruimte is voor de ontwikkeling van talenten van de leerlingen. We zoeken hiervoor de samenwerking op met ouders, bedrijven en een MBO-instelling.