Schoolplan de Dolfijn 2019-2023
  1. 10.1. Beleidsstukken

    1. De stichting mijnplein heeft het stichtingsbeleid beschreven in de bestuursbundel en in aanvullende documenten. In deze bundel en documenten zijn de beleidsterreinen beschreven, waarvoor stichtingsbeleid is vastgesteld. Dit beleid wordt in elke school conform de geformuleerde uitgangspunten en doelen uitgewerkt en toegepast. Het college van bestuur houdt toezicht op de uitwerking van het beleid door de schooldirecteur. Via de lijn van medezeggenschap hebben personeelsleden en ouders invloed op de vaststelling van het beleid. De invloed van directeuren verloopt via de directeurenraad en de procedure is vastgelegd in het managementstatuut.

      De documenten zijn beschikbaar voor medewerkers binnen de de Sharepoint-omgeving van mijnplein. 

      Het schoolbeleid zal moeten passen binnen de op stichtingsniveau vastgestelde afspraken. Daar waar er gemotiveerd van wordt afgeweken kan dat alleen na overleg met het college van bestuur.

      Voor het beschrijven van het hoofdstuk 10.1 Beleidsstukken is de brochure van de Onderwijsinspectie 'Het schoolplan verandert' als leidraad gebruikt. Daar waar dat mogelijk is wordt verwezen naar relevante beleidsdocumenten. De tekst van hoofdstuk 10.1 Beleidsstukken is voor alle scholen hetzelfde. Het gaat hier immers om het stichtingsbeleid.

      De inspectie schetst in deze brochure welke items de school moet beschrijven in haar schoolplan. Het gaat dan om de volgende onderwerpen:

      1. het kwaliteitsbeleid en dan met name het stelsel van kwaliteitszorg

      a. zorg dragen voor een ononderbroken ontwikkeling en dat het onderwijs wordt afgestemd op de voortgang van de ontwikkeling van leerlingen.

      Voor elke leerling is een ononderbroken ontwikkeling van groot belang. Een goed verloop van de schoolloopbaan is een voorwaarde om te kunnen aansluiten bij het vervolgonderwijs.

      In onze scholen wordt het onderwijs afgestemd op de behoeften van de leerlingen. Door adaptief en handelingsgericht te werken kan het programma worden aangepast aan dat wat de leerling nodig heeft. De analyse van de individuele, groeps- en schoolresultaten ligt hieraan ten grondslag.

      Daar waar de ontwikkeling stagneert signaleert de leerkracht dit en zal passende maatregelen nemen. Binnen de ondersteuningsstructuur van de school, waarbij de basisondersteuning het uitgangspunt is, zal de leerling worden begeleid. Als dat nodig is kunnen aanvullende maatregelen worden genomen waarbij in veel gevallen het Expertisecentrum Passend Onderwijs Salland wordt betrokken. Op de school is het ondersteuningsbeleid vastgelegd in het schoolondersteuningsplan, een afgeleide van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. De school monitort de leerlingresultaten via het verplichte leerlingvolgssysteem.

      b. vaststellen van verbetermaatregelen indien dat nodig is.

      De kwaliteitszorg op onze scholen voldoet aan de volgende eisen:

      a. De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingpopulatie;

      b. De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten;

      c. De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen;

      d. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten;

      e. De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen;

      f. De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.

      Het kwaliteitsbeleid is in de bestuursbundel beschreven in hoofdstuk 5.3 Kwaliteitszorg + monitorgesprek. Jaarlijks heeft het bestuur een kwaliteitsgesprek met de schoolleiding, het zgn. monitorgesprek. In dit gesprek worden de diverse aspecten van het kwaliteitsbeleid onder de loep genomen en wordt gekeken welke resultaten en opbrengsten de school heeft bereikt, hoe deze tot stand zijn gekomen, welke beleidsbeslissingen op basis van analyse van gegevens zijn genomen en wat de verbetermaatregelen zijn, die de school voor ogen heeft.

      Door cyclisch te werken worden jaarlijks de stand van zaken nagegaan en kunnen de effecten van maatregelen beoordeeld worden. Daar waar o.a. op basis van de te verwachten of behaalde eindopbrengsten aanleiding is heeft het bestuur aanvullende gesprekken met de schoolleiding en kunnen extra interventies plaats vinden.

      We hebben vastgesteld dat het huidige kwaliteitsbeleid aan een verbetering toe is. Op basis van richtinggevende uitspraken en een analyse van een expert van de PO-raad wordt gewerkt aan een bijstelling. Naar verwachting zal het kader voor de aanpassing klaar zijn bij de start van het schooljaar 2019-2020, waarna dit verder op onderdelen wordt uitgewerkt.

      In het schooljaar 2018-2019 heeft de onderwijsinspectie de kwaliteit van het onderwijs bij mijnplein onderzocht. Het algemene oordeel zowel voor de stichting als de onderzochte scholen was voldoende - goed. Het gehele rapport treft u aan op https://zoekscholen.onderwijsinspectie.nl/zoek-en-vergelijk/sector/bge/id/252490?pagina=1&zoekterm=20AH 

    2. 2. het onderwijskundig beleid

      a. uitwerking van de wettelijke voorschriften met betrekking tot uitgangspunten, doelen en inhoud van het onderwijs.

      De school voert haar programma en curriculum uit op basis van de wettelijke voorschriften. Dat geldt ook voor de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs waar mijnplein aan deelneemt. Voor de beschrijving hiervan verwijzen wij naar het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en het schoolondersteuningsprofiel.

      De uitwerking van de wettelijke voorschriften betreffende de school zijn beschreven in de schoolgids. Het gaat daarbij om de zakelijke aspecten als onderwijstijd, schorsing en verwijdering maar tevens om de onderwijskundige en inhoudelijke uitwerking door de school.

      b. eigen opdrachten voor het onderwijsprogramma vanuit het bevoegd gezag:

      In de strategische agenda zijn de vier thema's vastgelegd die in elk schoolplan herkenbaar zijn uitgewerkt. De thema's zijn:

      • samen werken
      • onderzoekend leren
      • eigenaar zijn
      • persoonlijk groeien

      Voor de uitwerking verwijzen wij naar eerdere hoofdstukken in dit schoolplan.

      De scholen zijn verplicht om de gevolgen van het stichtingsbeleid, beleid vanuit samenwerkingsverbanden, Opleiden in de school, VVE-beleid Salland e.d. te vertalen en uit te werken in schoolbeleid. Als voorbeeld noemen wij hier de invoering van het IRIS Connectsysteem. Hiervoor is een invoeringsplan op stichtingsniveau vastgesteld. Elke school implementeert het systeem en richt zich daarbij op de inhoudelijke doelen, die de school voor ogen heeft . De implementatie is afgerond in het schooljaar 2020-2021.

      c. het pedagogisch-didactisch klimaat en het schoolklimaat.

      De school hoort een veilige plaats te zijn voor leerlingen, medewerkers en ouders. Goede resultaten en opbrengsten kunnen alleen ontstaan in een goed pedagogisch-didactisch veilig schoolklimaat.

      Het pedagogisch-didactisch handelen wordt op schoolniveau afgestemd op de schoolpopulatie en uitgewerkt op de doelen die men wil bereiken en binnen de wettelijke voorschriften die hier gelden nl:

      • het uitvoeren van een sociaal veiligheidsbeleid.
      • 2 taken binnen het onderwijsteam beleggen. Er moet een aanspreekpunt zijn waar leerlingen en ouders pesten kunnen melden. Ook moet iemand het pestbeleid op school coördineren. Dit kan dezelfde persoon zijn, maar dat hoeft niet.
      • de beleving van veiligheid en het welzijn van hun leerlingen moeten volgen. De bedoeling hiervan is dat er altijd een actueel en representatief beeld is van de situatie op school. De sociale veiligheid moet met een gevalideerd instrument worden gevolgd. De resultaten worden besproken met het team en de medezeggenschapsraad.

      De schoolleiding monitort en stuurt o.a. bij op basis van:

      • klassenbezoeken, gesprekken met team en individuele medewerkers
      • leerling- en oudervragenlijsten
      • kwaliteitskaarten omtrent pedagogische-didactisch handelen
      • tevredenheidsonderzoek medewerkers

      d. zorg voor de veiligheid op school

      Het veiligheidsbeleid is vastgelegd in de bestuursbundel 5.1 De veilige school. Documenten en protocollen zijn digitaal te vinden het Veiligheidshandboek Salland. 

    3. 3. het personeelsbeleid

      a. voldoen aan de eisen van bevoegd en wijze van onderhoud van de bekwaamheid van het personeel.

      Alle leerkrachten van mijnplein moeten voldoen aan de bekwaamheidseisen zoals vastgelegd in het besluit Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Voor directieleden hanteren wij de beroepsstandaard voor schoolleiders (zie: https://www.schoolleidersregisterpo.nl/kennisbasis/beroepsstandaard/competenties). Voor intern begeleiders geldt de beroepsstandaard van de Landelijke Beroepsgroep voor Begeleiders in het Onderwijs (zie: https://www.lbib.nl/taak-functie/beroepsstandaard/beroepsstandaard-in-boekvorm )

      Het onderhouden van bekwaamheid en professionalisering is vastgelegd in beleidsdocument 2 D Professionalisering.

      b. document evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding.

      In beleidsdocument 2ZA Evenredige vertegenwoordiging is het beleid met betrekking tot evenredige vertegenwoordiging beschreven.

      c. maatregelen met betrekking tot personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijskundig beleid.

      Alle medewerkers dragen bij aan de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijskundig beleid. Het is de keuze van schoolleiding of men specifieke maatregelen neemt om medewerkers te faciliteren. In onze organisatie kennen wij onder andere de volgende leerkrachten met een taak op een specifiek beleidsterrein:

      • de intern begeleider
      • de opleider in de school en de onderzoekscoördinator
      • de onderwijsinnovator
      • reken-, taal-, of leesspecialisten
      • specialisten op het gebied van Wetenschap en Techniek
      • cultuurcoördinatoren

      Bij het Expertisecentrum zijn orthopedagogen, ambulant begeleiders en medewerkers voor het Jonge Kind werkzaam. De SBO-school en de SO/VSO hebben een logopedist en een orthopedagoog in dienst. Binnen de SO/VSO-school is er een stagecoördinator voor het VSO.

      Diverse scholen hebben een vakleerkracht bewegingsonderwijs.

      d. het pedagogisch-didactisch handelen van het onderwijspersoneel

      Het pedagogisch-didactisch handelen van het personeel is gebaseerd op de keuze van de school bij de inrichting van het onderwijsproces en afgestemd op de leerlingpopulatie. De school beschrijft wat men belangrijk vindt op dit gebied en via klassenbezoeken, gesprekken, onderwijsresultaten en opbrengsten monitort de schoolleiding dit. Daarbij worden onder andere kijkwijzers gebruikt. Het DI-model (of een variant daarvan) is op alle scholen ingevoerd. Ook via de bijeenkomsten van het Expertisecentrum wordt aandacht besteed aan handelingsgericht werken en toepassing hiervan in de groep.