4. Onderwijskundig beleid

(art 12.2 WPO)

In de beschrijving van dit hoofdstuk maken wij duidelijk hoe wij invulling geven aan de wettelijk opdracht van het onderwijs. Wij houden daarbij rekening met de missie en visie van de Stichting RVKO en van onze school en hetgeen wij de komende periode met elkaar willen realiseren. Dit hoofdstuk bevat alle wettelijke verplichtingen van onderwijskundige zaken die we van onze school beschreven moet hebben. Een heel aantal belangrijke onderwijskundige zaken hebben wij opgenomen in ons kwaliteitshandboek, waarnaar wij in ons schoolplan regelmatig verwijzen. Zaken die wettelijk in het schoolplan behoren te staan, kunt u ook daadwerkelijk in ons schoolplan terugvinden. 

In dit hoofdstuk geven wij inzicht in ons onderwijskundige beleid, zoals wij dat voor de periode van dit schoolplan hebben vastgesteld.
Er zal jaarlijks een evaluatie plaatsvinden, waarna eventuele aanpassingen zullen worden verwerkt in het jaarplan.

4.2.1. Aanbod
Wij geven ons onderwijsaanbod vorm middels het gebruik van onderstaande methoden en leermiddelen. Door de wijze waarop de leermiddelen worden ingezet en de leertijd die wordt gereserveerd voor deze inhouden, voldoen wij aan de kerndoelen en aan de wettelijke eisen zoals deze zijn verwoord in artikel 9 van de Wet op Primair onderwijs. De doelen van de school per kennisgebied staan omschreven in het kwaliteitshandboek van de school.

De geformuleerde kerndoelen worden behaald met behulp van de genoemde methoden die voldoen aan de kerndoelen. De urenverantwoordingstabel per vakgebied wordt jaarlijks opgenomen in het kwaliteitshandboek zie bijlage. (Het onderwijs wordt ingericht in instructie momenten en oefenmomenten. De leertijd wordt hierbij effectief benut. De leraren geven instructie (EDI model) rekening houdend met de onderwijsbehoefte van de leerlingen. De leerlingen krijgen voldoende oefentijd. Voor de leraren en leerlingen is helder aan welke doelen gewerkt wordt. Naast kennisoverdracht en vergroten van de cognitieve vaardigheden is er een ruim aanbod voor de brede ontwikkeling van de leerlingen. Muziek, sport, techniek en kunst zijn  vakken die zijn opgenomen in het lesrooster van de leerlingen. De sportlessen en gedeeltelijk de muzieklessen worden gegeven door vakleerkrachten. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden, planningsvaardigheden en onderzoek vaardigheden krijgen vorm binnen de lessen van de verschillende vakgebieden.

4.2.2 Hoe gaat Het Octaaf  om met de kerndoelen en de referentieniveaus

De schoolweging 27,19 van het Octaaf is . De verwachting is dat deze weging redelijk constant zal blijven. De behaalde percentages zijn representatief voor de school. De leerlingen van groep 8, schooljaar 2019-2020 hebben door Corona geen eindtoets gemaakt. De adviezen die door de school gegeven zijn, zijn bindend geworden. Wij hebben dus geen nieuwe scores om een vergelijking te maken. De leerlingen van groep 8, schooljaar 2020-2021, heeft niet naar verwachting gescoord. De groep 8 in 2019-2020 heeft geen score omdat in dat jaar door Corona geen eindtoets is afgenomen. Naar aanleiding van de CITO E7 toetsen hebben we de doelen gesteld voor zowel Cito als de referentieniveaus. Zie afbeelding.
In 2017-2018 en 2018-2019 is de ondergrens, vergeleken met scholen met dezelfde weging, ruim behaald. Helaas in het schooljaar 2020-2021 is de ondergrens niet behaald. Met als mogelijke verklaring de lockdowns en de corona perikelen.

De kerndoelen worden behaald door het gebruik van de beschreven methodes en beleidsafspraken.

Eigen aspecten van kwaliteit

4.2.3 Zicht op ontwikkeling
De school maakt gebruik van methoden die voldoen aan de kerndoelen en het behalen van referentieniveaus. Via een drie stappen model zorgen leraren voor voldoende zicht op ontwikkeling van de leerlingen. De leerlingen maken de methode gebonden toetsen en tweemaal per jaar de Cito-toets behorende bij het leerlingvolgsysteem. De toets kalender kunt u vinden in de bijlage.  De resultaten van deze toetsen worden opgeslagen in Parnassys. Vanuit dit programma en vanuit de observaties van de leraar wordt volgens het drie stappenplan een analyse gemaakt.

4.2.4  Didactisch handelen
Op basis van bovenstaande analyse, plannen en structureren de leerkrachten het leren van leerlingen en stemmen zij hun handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkrachten zorgen ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau van de leerlingen. De lessen worden betekenisvol gegeven en zijn logisch opgebouwd binnen een reeks van lessen in het blok. Op het Octaaf werken wij met het Expliciete Directe Instructiemodel (EDI) en de leerkrachten gebruiken dit model om hun lessen vorm te geven. Dit betekent voor de leerlingen dat er kort na de instructie (met behulp van het wisbordje) direct het doel van de les gecontroleerd wordt en geeft de leerkracht hier direct verdere instructie op. De doelen van de lessen nemen de leerkrachten in de weekplanning en op het leerlingenbord op. Zij stimuleren en creëren een leerklimaat waarbij de leerlingen actief betrokken zijn. EDI en de coöperatieve leerstrategieën worden hierbij ingezet. De leerlingen krijgen voldoende ruimte om zich de leerstof eigen te maken en de leerkracht stemt de leerstof en verwerking af. De leraren maken dit inzichtelijk met de blokplanning waarin het aanbod voor een periode van vier tot vijf weken helder is opgenomen. Bij ieder doel registreren de leerkrachten welke leerlingen, na de verlengde instructie, de doelen niet behaald hebben. Deze leerlingen krijgen later nogmaals instructie op dit doel en worden de vorderingen of niet behaalde doelen genoteerd in het logboek. De leraren stimuleren en creëren een leerklimaat waarbij de leerlingen actief betrokken zijn (EDI). De leerlingen van groep 5 t/m 8 verwerken de leerstof rekenen digitaal, waarbij direct feedback verkregen wordt. Bij de andere vakken wordt er instructie gegeven en verwerken de leerlingen de oefenstof met werkboeken en mondeling. Alle instructies, spelbegeleidingsmomenten, opdrachten en onderwijstijd zijn afgestemd op de behoeften van groepen leerlingen en individuele leerlingen. De afstemming van het onderwijs is gericht op ondersteuning en uitdaging doordat er gewerkt wordt vanuit de ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen. Er is, doordat we met het expliciete instructiemodel werken, in de verwerking ruimte opgenomen om op niveau te verrijken en verdiepen.
Hiervoor gebruiken wij het stroomschema hulp bij EDI voor zowel de verrijking als de verdieping.

Om het didactisch handelen iedere dag te verbeteren, gebruiken wij het verbetermodel van de stichting LeerKRACHT

4.2.5  Extra ondersteuning
Wij werken volgens bovenstaande omschreven principes waarbij wij aansluiten op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Wij brengen daarbij de stimulerende en belemmerende factoren in beeld. Vanuit de groepsbesprekingen kan snel naar voren komen dat een kind stagneert in leren of in gedrag. Vanuit de analyse en eventueel verdere leerlingbespreking wordt gekeken aan welke ondersteuning het kind behoefte heeft. Dit hebben wij helder omschreven in het hoofdstuk zorgstructuur in ons kwaliteitshandboek (zie bijlage) en in hoofdstuk 6 kwaliteitszorg van het schoolplan. Wij bieden basis ondersteuning en hebben samen met het Samenwerkingsverband Aan den IJssel vastgesteld waar onze mogelijkheden en grenzen liggen met betrekking tot extra ondersteuning. Dit hebben wij vastgelegd in het Schoolondersteuningsprofiel bijlage 2. Indien leerlingen ondersteuning nodig hebben passend binnen de grenzen van onze extra ondersteuning formuleren wij samen met ouders de behoeften van de leerling en leggen wij vast in het schoolontwikkelingsperspectief hoe het onderwijs wordt afgestemd op de behoeften van de leerling

4.2.6 Samenwerking
Het Octaaf werkt samen met de peuterspeelzaal DoReMi van KindeRdam die in het pand gevestigd is. Bij de overgang van voorschool naar vroeg school is er een overdracht om deze overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen en direct te kunnen aansluiten bij de ontwikkeling van het kind. Zij werken met het leerling observatiesysteem BOSOS om dit te realiseren. KindeRdam verzorgt ook de voor-en naschoolse opvang. Synerkri verzorgt de tussenschoolse opvang en is er overleg om de kwaliteit van de opvang de bewaken. Wij werken samen met samenwerkingsverband Aan den IJssel, het Krimpen sociaal team, waaronder het CJG om de zorg voor onze leerlingen te kunnen realiseren. Intern is er onze SMW-er die preventief samen met leraren ouders ondersteunt bij leer- en opvoedproblemen. Wanneer een kind verhuist of van een andere school in Krimpen aan den IJssel komt heeft onze schoolmaatschappelijk werkster Zachte landing )Aan het einde van de schoolperiode of bij tussentijds vertrek van een leerling informeren wij ouders en de vervolgschool over de ontwikkeling van de leerling.

4.2.7 Toetsing en afsluiting
Alle leerlingen in leerjaar 8 sluiten de basisschoolperiode af met het maken van de eindtoets. Het Octaaf kiest voor de CITO-eindtoets en neemt deze conform voorschriften af. Gedurende de schoolperiode worden leerlingen gevolgd in hun ontwikkeling met het cito leerlingvolgsysteem. Ouders worden, zoals boven omschreven staat, steeds op de hoogte gesteld van de resultaten van hun kind. Dit gebeurt via de rapportgesprekken tweemaal per jaar. Aan het begin van het jaar is er altijd een verwachtingsgesprek. Het advies voor het vervolgonderwijs wordt zorgvuldig vastgesteld. De gehanteerde procedure hiervoor staat omschreven in het kwaliteitshandboek bijlage 1.

Schoolklimaat
Op het Octaaf zorgen de schoolleiding en de leraren voor een veilige omgeving voor de leerlingen. Wij zorgen voor de sociale, fysieke en psychische veiligheid van de leerlingen in en om de school gedurende de lesdag. Het Octaaf heeft in het veiligheidsplan beschreven hoe we voorkomen dat er incidenten plaatsvinden. Mocht dat toch gebeuren dan wordt er adequaat gehandeld, geregistreerd en geëvalueerd op wat kan de volgende keer beter. De directie en leraren zijn voortdurend bezig om incidenten te voorkomen. Dit doen wij door voorspelbaar te zijn, eisen te stellen aan de omgang met elkaar, zelf het goede voorbeeld geven. Ten aanzien van pesten gebruiken wij het protocol "Opstaan tegen pesten". Binnen een gespreksgroep worden kinderen verzameld die een rol hebben bij het pesten. Het is een "no blame" methode die ervoor zorgt dat iedereen betrokken wordt om de gepeste te helpen. Op school is een aanspreekpunt in de persoon van Patricia van Soest voor pesten die tevens de coördinatie van het beleid tegen pesten verzorgt. De schoolleiding en de leraren treden adequaat op tegen pesten, agressie en geweld in welke vorm dan ook.
Vanuit ons observatiesysteem ZIEN krijgen wij informatie over het welbevinden van de leerlingen. Zowel de leerkrachten-, als de leerlingenlijsten geven ons informatie over veiligheidsbeleving . Wanneer wij signalen ontvangen dat die beleving niet goed is ondernemen wij direct actie. Veiligheidsbeleving is een voorwaarde om tot leren te komen.

Via leerling lijsten van BOSOS wordt het gedrag van de leerlingen van groep 1 en 2 geobserveerd. Aan de hand van de bevindingen zullen wij ons aanbod passend maken. Via ons leerlingvolgsysteem "Zien" monitoren wij de veiligheid- en pestbeleving  van de leerlingen van groep 3 tot en met 8 twee keer per jaar. Uit deze monitoring maken wij een analyse en de acties worden in een groeps- of individueel plan inzichtelijk gemaakt. Daarnaast is er iedere twee jaar een kwaliteitsvragenlijst waarin de thema'veiligheid en pesten een belangrijke plaats innemen. De resultaten worden gepubliceerd in "Vensters PO".

veiligheidsplan: paragraaf 4.4 

Pedagogisch handelen
Binnen het Octaaf willen wij de leerlingen tot ontwikkeling brengen, deze ontwikkeling is passend bij de mogelijkheden van de leerling. Wij zien alle leerlingen en de leerlingen krijgen ruimte om zich te vormen tot mensen die er mogen zijn. Onze identiteit is leidend om deze vorming te laten plaatsvinden bij iedere leerling. Voorwaardelijk is daarbij een pedagogische grondhouding van de directie en de leraren. Een houding waarvan het zelfvertrouwen van alle kinderen moet groeien, zodat zij uit kunnen groeien tot volwaardige wereldburgers. Om dit te realiseren is het nodig dat er op school duidelijkheid is, aandacht voor regels en de naleving daarvan en er de rust heerst om tot leren te komen. Met ieder kind wordt een relatie aangegaan  en de kinderen worden opgenomen in een groepsklimaat waar ook regels gelden. Middels een sociaal emotioneel volgsysteem volgen wij de ontwikkeling en gaan in gesprek met de leerling en ouders, juist wanneer deze meer aandacht behoeft.

Afgelopen jaar is de taal van Rots & water geïntroduceerd op het Octaaf. Dit brengt rust in de school en zorgt ervoor dat we allemaal dezelfde taal spreken. Voor de komende jaren hebben wij de ambitie de Rots &water Skills zo in te zetten dat het vanzelfsprekend wordt en onze manieren laat zien. Op weg naar een nog positiever schoolklimaat. De leraren zijn hierin rolmodel en begeleiden de leerlingen bij de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties.

Didactisch handelen
Het didactisch handelen van de leraren op op het Octaaf zorgt ervoor dat leerlingen in staat zijn tot leren en zich optimaal kunnen ontwikkelen.

De leraren creëren een leerklimaat waardoor de leerlingen actief en betrokken zijn. Dit gebeurt met behulp van verschillende hulpmiddelen. Allereerst door gebruik te maken van het observatiesysteem ZIEN kan de docent op basis van de analyse van de individuele en groepsprofielen zijn handelen en plannen structureren. De scores op bijv. betrokkenheid geven een indicatie van de mate waarin de gerealiseerde werksfeer effectief is. Een voorwaarde om tot leren te komen. Ook wordt in dit observatiesysteem een reflectie gegeven op het eigen handelen van de leerkracht. De handelingsadviezen kunnen dienend zijn voor de didactische en pedagogische sfeer in de groep. Daarnaast helpt de methode Expliciet Directe Instructiemodel, zo wordt het voor de leraren inzichtelijk wie welke hulp nodig heeft binnen de les maar ook in de rest van de week of het blok. De leraren krijgen zo meer grip en overzicht van de leerbehoeftes van hun leerlingen. De leraren kunnen dan de instructies, begeleiding , opdrachten en onderwijstijd afstemmen op groepjes of individuele leerlingen. Een ambitie voor komende jaren is dat de afstemming gericht is op betrokkenheid, uitdaging en ondersteuning , iets wat afhankelijk is van de behoefte van de leerlingen. Door het hebben van hoge verwachtingen worden de leerlingen voldoende uitgedaagd om te leren. Leraren hebben zicht op de stappen in de leerlijnen, stappen die voor en na de aangeboden lesstof komt. Door de lestijd effectief met coöperatieve werkvormen te benutten kan in een korte tijd (gevoelige periode) op het juiste moment de leerstof eigen gemaakt worden.

Door de methode "LeerKRACHT" gaan wij op het Octaaf voor iedere dag een beetje beter. Dat betekent dat we de cyclus die deze methode hanteert gebruiken om ons onderwijs te verbeteren . Dit doen we door iedere week een bordsessie te houden waar wij acties formuleren bij de verbeterdoelen. De acties worden een aantal weken gevolgd en bij het bord wordt besproken of de doelen bereikt worden. Het onderwijs verbeteren doen wij door gezamenlijk lessen voor te bereiden en bij elkaar op klassenbezoek te gaan, waarna een feedback gesprek plaatsvindt met als doel het onderwijs iedere dag een stukje beter te maken.. Een ander aspect van de verbetercultuur is dat wij met de leerlingen in gesprek gaan (leerlingarena) om erachter te komen hoe zij het leerklimaat ervaren en wat beter kan. Zie model LeerKRACHT hoofdstuk 6.5 kwaliteitscultuur.

• Didactisch handelen (OP3 – Didactisch handelen): hoe waarborgt de school dat leraren in staat zijn om hun handelen zo vorm te geven, dat leerlingen in staat zijn tot leren en ontwikkelen. (Denk aan: informatie over lln., afstemmen aanbod, logische opbouw lesstof, leerklimaat, actieve en betrokken leerlingen, heldere uitleg, afstemming in instructie/tijd/materiaal, gericht op ondersteuning en uitdaging, hoge verwachtingen, feedback, efficiënte benutting onderwijstijd)
• Pedagogisch klimaat (SK2 – Pedagogisch klimaat): hoe werkt de school aan een ondersteunend pedagogisch klimaat? Denk aan: gedragsregels, betrokkenheid van leerlingen, voorbeeldgedrag leraren, inrichting gebouw, toezicht en samenwerkingspartners (TSO o.i.d.).
• Welke doelen heeft de school geformuleerd voor sociale en maatschappelijke competenties?

Educatief partnerschap

De scholen van de RVKO willen graag een educatief partnerschap aangaan met ouders of verzorgers om de ontwikkeling van de kinderen te versterken. We vinden het belangrijk dat er hierbij sprake is van wederzijdsheid: enerzijds betrokkenheid van de school en anderzijds betrokkenheid van de ouders. Wanneer school en ouders op die manier als partners samenwerken aan het creëren van optimale omstandigheden voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, dan spreken we van educatief partnerschap. Specifiek richt dit partnerschap zich op drie domeinen: pedagogisch, organisatorisch en democratisch. We zijn ervan overtuigd dat ouders en school samen meer kunnen bereiken in de opvoeding en het onderwijs van kinderen dan ieder voor zich. Door samen te werken kunnen we de ontwikkeling van kinderen tot levenskunstenaars versterken.

Het Octaaf geeft als volgt invulling aan educatief partnerschap.

Op dit moment is het educatief partnerschap op Het Octaaf in het stadium van een relatiegerichte school: er is een focus op juiste informatie en duidelijke structuren, maar de focus ligt ook op de relatie met ouders. Er wordt aandacht gegeven aan het beginnen en behouden van goed (individueel) contact met ouders. Er zijn persoonlijke contacten, leerkrachten en ouders kunnen goed met elkaar overweg. Dit schooljaar zijn kennismakingsgesprekken ingezet om informatie over de kinderen door de ouders gedeeld kan worden. De leerkrachten houden kindgesprekken en stellen doelen met de kinderen. In de voortgangsgesprekken met de ouders wordt deze informatie gedeeld. Als het nodig is worden ouders iedere zes weken uitgenodigd om het ontwikkelproces van hun kind te volgen. Ouders worden soms ingezet om de deskundigheid te gebruiken in de school. Zo zijn wij op weg naar educatief partnerschap.Daarnaast is er een actieve Ouderraad die participeert bij activiteiten in de school. Ouders voelen zich erg betrokken bij de school. De MR is betrokken bij beleid op Het Octaaf. 6 keer per jaar wordt er vergaderd, soms met directie soms zonder directie.

Het Octaaf draagt de zorg voor de veiligheid van alle leerlingen, een voorwaarde om zich verder te kunnen ontwikkelen. Naast de veiligheid van de leerlingen willen wij ook een veilige omgeving zijn voor medewerkers, ouders en bezoekers van onze school. Met veiligheid bedoelen wij naast de sociale veiligheid ook de veiligheid van het schoolgebouw, zowel binnen als buiten.  In het veiligheidsplan van het Octaaf hebben wij beschreven hoe de veiligheid op school gewaarborgd wordt. Het veiligheidsplan is als bijlage opgenomen.

De directie is, na de leerkracht, het eerste aanspreekpunt voor de ouders. Om de zichtbaarheid en de aanspreekbaarheid voor de ouders te vergroten, start de directie iedere dag bij het hek. Dit helpt ons om te signaleren en zo adequaat mogelijk met problemen of incidenten om te gaan. Daarbij zijn: snelheid van handelen, een zorgvuldige analyse van eventuele problematiek, een goede klachtenregeling en een goede afstemming van communicatie en doorverwijzing naar hulpverlening, factoren voor succes. Daarnaast  wordt er om de twee jaar door leerlingen van groep 5 t/m 8, ouders en medewerkers de kwaliteitsvragenlijst van Beekveld en Terpstra ingevuld. De uitslagen van deze vragenlijsten worden geëvalueerd, omgezet in acties en meegenomen in het beleid van de school. 

Op het Octaaf zijn de genoemde collega's verantwoordelijk voor taken die ontstaan vanuit het sociaal veiligheidsplan. 

• Coördinator veiligheidsbeleid en pesten: Liesbeth Thomassen en Marlies Dekker
• Aanspreekpunt pesten: Patricia van Soest en Bo Bruins
• Monitor sociale veiligheid: Bo Bruins en Patricia van Soest
• Aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling: Patricia van Soest

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

We werken op school volgens de vijf stappen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. In de meldcode staat wie wanneer welke stappen zet bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling. Bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling geven we een signaal af in de verwijsindex (SISA).

Op school hebben we een getrainde aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling, die extra deskundigheid heeft op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling, het thema terugkerend onder de aandacht brengt bij het schoolteam en als klankbord en ondersteuner fungeert voor collega’s.

Van leerkrachten wordt verwacht dat ze signaleren, dat ze ontwikkelingen en signalen waarover ze bezorgd zijn vastleggen en dat ze dit tijdig delen met de aandachtsfunctionaris binnen de school. Leerkrachten, aandachtsfunctionarissen en andere onderwijsprofessionals kunnen een betrouwbare volwassene zijn voor een kind en hem of haar steun bieden, zodat het gevoel van veiligheid van het kind vergroot wordt.

Voor meer informatie over het werken met de meldcode verwijzen we naar het ‘plan van aandacht & protocol meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ van de RVKO.

Eigen opdrachten voor onderwijs

• Digitale geletterdheid: Binnen ons onderwijs hebben wij de doelen van digitale geletterdheid als volgt geformuleerd. Het curriculum zit verweven in onze lessen en daarnaast komen er externe partners die voorlichting geven over social media. Daarnaast is de gemeente Krimpen aan den IJssel een partner die zeer betrokken is en samen optrekt met de school om het curriculum vorm te geven.
  Medialisering van de samenleving: bewust zijn van en inzicht hebben in de medialisering van de samenleving, en het effect daarvan vanuit verschillende perspectieven (politiek, beleid, maatschappij, cultuur, individu) kunnen belichten;
   Media en beeldvorming: bewust zijn van en inzicht hebben in de manier waarop media de werkelijkheid kleuren, de rol herkennen die media kunnen vervullen bij beeldvorming en overdracht van normen en waarden, op welke manier media van invloed zijn op beeldvorming en overdracht van normen en waarden;
                                                                     
• Media, ICT-(basis)vaardigheden en informatievaardigheden: om kunnen gaan met apparaten, software en toepassingen, kennis en vaardigheden in toepassingen die privacy en veiligheid moeten waarborgen, basisvaardigheden die zich richten op het toewijzen van informatie en het bewust en kritisch gebruiken van informatie;                                                            

   Creëren en publiceren van media: begrijpen hoe media gebruikt worden, zelf media kunnen produceren en creëren en daar doelen mee kunnen realiseren en daarop reflecteren;
Media, participatie en identiteit: doelbewust participeren in sociale netwerken, samen met anderen, en daarop kunnen reflecteren; de veiligheid, privacy en de participatie van zichzelf en          anderen bewaken en beschermen. Dit komt terug in ons onderwijs in Burgerschap. 

• Engels: Wij zijn een early Birdschool wat wil zeggen dat het aanbod Engels voor alle leerlingen van het Octaaf is. Met behulp van een nieuw gekozen moderne methode Stepping Stones moet het aanbod passen bij de 21ste eeuwse vaardigheden.
  
  
• Nederlands: binnen het taal onderwijs zijn wij ons er van bewust dat er vaardigheden aangeboden moeten worden die meer aandacht verdienen i.v.m. de vaardigheden die in de toekomst nodig zijn. Binnen onze huidige taalmethode komen deze vaardigheden te weinig aan bod. In 2020/2021 zullen wij een passende taalmethode zoeken. Nu is het bewustzijn van de vaardigheden een uitdaging om deze te verwerken binnen ons onderwijs. Binnen de projecten en tijdens het uitvoeren van het curriculum is er aandacht voor boodschappen overbrengen, omgaan met verschillende communicatieve situaties en communicatiepartners. Vanuit onze visie werken we naar een ontwikkeling van de leerling waarbij zelfvertrouwen, betrokkenheid en empathie en respect voor de ander een houding zijn die alle leerlingen op het Octaaf hebben.
  
  
• Rekenen & Wiskunde: Het toepassen van Effectief directe instructiemodel bij het rekenonderwijs, maakt dat het rekenonderwijs naar een hoger en beter passend niveau wordt gebracht voor de leerlingen. Een aanbod dat passend is bij de leerbehoeften van alle leerlingen. Wij maken gebruik van Gynzy om de leerstof te presenteren en te verwerken. Tijdens de evaluatie is gebleken dat de verwerkingssoftware van Gynzy niet passend is bij het rekenaanbod. In het schooljaar 2020-2021 hebben wij de methode Getal en Ruimte Junior aangeschaft. Tijdens komend schooljaar wordt deze methode verder geïmplementeerd.
  
  
• Burgerschap: Op het Octaaf leren de leerlingen over zorg en zorgen voor zichzelf , anderen en hun omgeving. Dit is onderdeel van onze schoolafspraken en is dus een rode draad binnen ons onderwijs. Zo beïnvloeden wij de veiligheid in verschillende leefsituaties. Vanuit onze identiteit leren de leerlingen de leerlingen de hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen. Vanuit onze katholieke identiteit onderzoeken wij altijd wat de overeenkomsten zijn tussen de verschillende geestelijke stromingen, dit maakt dat wij respectvol om met onze medemensen omgaan.
  
  
• Bewegen & Sport: vanuit de werkdrukgelden is vorig jaar en dit jaar een deel van het budget ingezet op een vakleerkracht gymnastiek voor de groepen 3 tot en met voor twee keer in de week. Ook omdat wij de ontwikkeling van de motoriek van de kleuters belangrijk vinden, hebben wij ook voor de kleutergroepen voor een uur in de week een vakleerkracht ingekocht. Met ingang van het nieuwe schooljaar start er een na school activiteit Schaken. Dit is bedoeld om de leerlingen die meer uitgedaagd moeten worden de principes van het schaken bij te brengen en denkstappen te leren maken.
  
  
• Kunst & Cultuur: Wij hebben een grote ambitie met het muziekonderwijs op het Octaaf. De leerlingen van het Octaaf krijgen gedurende hun schooltijd een muziekaanbod waarbij de leerlingen hebben veel plezier beleven aan zingen en een aanbod krijgen om een of twee muziekinstrumenten te leren bespelen. Zo wordt de basis gelegd om door te gaan met muziek. Dit aanbod komt tot stand door een samenwerking met de muziekschool Krimpen aan den IJssel. Daarnaast krijgen de leerlingen een cultuuraanbod in samenwerking met Synerkri. Voor alle leerlingen hebben wij minimaal 2 cultuurmomenten die uitgebreid kunnen worden als we het hebben over onderwijs op andere plaats dan de school.In het schooljaar 20210-2022 gaan wij een pilot Cultuur met kwaliteit aan met Synerkri. Dit zal een intensieve samenwerking opleveren waarin culturele en techniek activiteiten centraal zullen staan.
  
  
•  Skillslab, 
  Afgelopen jaar is er een innovatiebudget van € 250.000 besteed met daarbij de vraag: op welke wijze kunnen de aanvragen die nu vooral gericht zijn op de ontwikkeling binnen de eigen school, complementair aan elkaar gemaakt worden, zodat deze op termijn een uitstraling hebben als ‘kennis/werkplaats’ voor meerdere scholen van de RVKO. Wat zijn dan de eenmalige innovatiekosten voor welke school? Op welke wijze worden / kunnen de structurele lasten gedekt worden binnen de bestaande bekostiging van de RVKO. Dus in samenwerking met de deelnemende scholen wordt er komend jaar op ontdekkingsreis gegaan hoe we het Skills lab vorm kunnen geven.
  
  
• Meer- en hoogbegaafden
  Het XL onderwijs is afgelopen jaar anders georganiseerd. Volgens plan worden de hoog-en meer begaafden leerlingen begeleid.
  
  
• Rots & water
  Met de structurele inzet van Rots en Water willen wij  van de communicatie- en sociale vaardigheden en welzijn bij leerlingen om te voorkomen dat er gepest wordt of dat er conflicten met grensoverschrijdend gedrag plaatsvinden. Doel is dat alle leerlingen en leerkrachten de taal van Rots en water spreken.

Het Octaaf heeft als doel om de brede ontwikkeling van de leerlingen te stimuleren. Door aandacht te besteden aan de talentontwikkeling bij de leerlingen bieden wij een aanbod aan dat er voor zorgt dat de leerlingen leren socialiseren. Met het uitdragen van onze identiteit en aanbieden van activiteiten die de burgerschap vormen bij de leerlingen, zijn zij in staat  om zich te ontwikkelen van mens tot eigen persoon waarin zij zelf keuzes kunnen maken. Vorderingen op dit gebied worden gevolgd door het observatiesysteem ZIEN. Na de observatie wordt een analyse gemaakt en planmatig besproken in een groepsplan bespreking. Wij zijn ons er terdege van bewust  dat de culturele achtergrond van de leerlingen van grote invloed kan zijn op de personificatievorming.

Formeel staat het niet genoemd als onderdeel in het Schoolplan, omdat kinderen onder de 4 jaar letterlijk gezien niet bij de basisschoolleerlingen horen, maar het zou logisch zijn om te beschrijven hoe en met welke voorschool de school samenwerkt. Immers, dit hoort bij de doorgaande lijn in ontwikkeling. Dus zeker als de school een eigen peuterspeelzaal heeft, hier de PSZ noemen en kort iets vermelden, of op zijn minst verwijzen naar het beleidsplan PSZ/VVE.

Peutergroep DoReMi op kindcentrum Het Octaaf
Peutergroep DoReMi op basisschool het Octaaf, biedt Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) aan, de pedagogisch medewerkers van Kinderdam gebruiken hiervoor het programma Uk en Puk. Op de peutergroep kunnen de jongere en oudere kinderen zowel samen als met hun leeftijdsgenoten spelen, leren, samen de wereld ontdekken en wennen aan regels. Waar mogelijk sluiten de manier van werken van de peutergroep en de basisschool op elkaar aan.
Er is een grote buitenruimte voor de kinderen en ook binnen bieden we kinderen alle mogelijkheden om al spelend de wereld te ontdekken. De peutergroep kenmerkt zich door een ontspannen, open en gezelliger sfeer, waar kinderen spelenderwijs goed voorbereid worden op doorstroom naar groep 1 van de basisschool.

Doorlopende leerlijn
DoReMi werkt doelgericht aan de doorgaande ontwikkelingslijnen voor kinderen. De activiteiten stimuleren de spraak- en taalvaardigheid,
sociaal-emotionele vaardigheden, motorische vaardigheden en geven de eerste rekenprikkels Daarmee wordt een stevige basis gelegd voor het basisonderwijs.
Kinderen doen al spelenderwijs nieuwe vaardigheden op en maken een brede ontwikkeling door. Dit maakt de overgang van kindercentra naar de 'grote school' een stuk minder spannend.
Na de peuterperiode wordt er naar de leerkracht(en) een warme overdracht gedaan. Tijdens deze overdracht wordt de cognitieve ontwikkeling aan de hand van de observatie kijklijnen  besproken en de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. Bijzonderheden over de gezinssamenstelling worden mondeling toegelicht. De warme overdracht vindt plaats als ouders van de leerling hier toestemming voor hebben gegeven.

Bijlage: Uitvoeringsprogramma jonge kind gemeente Krimpen aan den IJssel.
Bijlage: Pedagogisch beleid Kinderdam kinderopvang.

IKC vorming

Het Integraal Kind Centrum binnen Het Octaaf als een middel om uit te groeien tot Levenskunstenaar.

 'Ik zie je, ik hoor je, ik waardeer je’. 

 Het Octaaf wil zich gaan richten op de brede en totale ontwikkeling van het kind om zo uit te kunnen groeien tot een Levenskunstenaar. Om uit te groeien tot een Levenskunstenaar moeten kinderen in een veilige en uitdagende omgeving ervaring, kennis en een houding ontwikkelen die hen helpt de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan.
Het streven van Het Octaaf is dat we in 2019-2020 een Integraal Kind Centrum vormen samen met Kinderdam. We creëren samen een veilige omgeving: een omgeving waar medewerkers vanuit diverse disciplines, met een gezamenlijke pedagogische en educatieve visie, samen met kinderen en ouders ieder kind ondersteunen in het uitgroeien tot een Levenskunstenaar.

Doelstellingen Integraal Kind Centrum (IKC)
De 3 belangrijkste doelstellingen van een Integraal Kind Centrum zijn:
- optimale kindontwikkeling voor ieder kind
- kind nabije zorg voor ieder kind
- mogelijkheid tot arbeidsparticipatie van ouders/ verzorgers optimaliseren.

Op dit moment zijn we in deze ontwikkeling in een vergevorderd oriënterende fase. De vernieuwbouw die op stapel staat versnelt het proces omdat de verschillende disciplines nu samen het gebouw moeten vormgeven.
Het basisonderwijs en de kinderopvang zien elkaar daarbij als gelijkwaardige en elkaar aanvullende partners om deze doelstellingen te realiseren en zetten daarbij continu het belang van de kinderen voorop.

Wat verstaan wij onder het IKC Het Octaaf?
Een IKC is een locatie waar basisonderwijs, kinderopvang inhoudelijk en organisatorisch samenwerken aan de ontwikkeling van kinderen van liefst 0-12 jaar. Op dit moment is de opvang van 0 tot 2,5 jarigen nog niet onder gebracht bij Het Octaaf. Mogelijk verandert dat in de toekomst. De samenwerking is al uitbreid met andere partners, zoals Synerkri (sport en bewegen in Krimpen aan den IJssel) zo mogelijk sluiten er ook andere partners aan. Vanuit een visie vergadering vernieuwbouw van het Octaaf en Het Mozaïk is duidelijk geworden dat een samenwerking tussen de scholen met een IKC niet haalbaar is. Het verschil in identiteit ligt daaraan ten grondslag.
Waar wij uiteindelijk uit willen komen is een centrum waarbij partners uit onderwijs en kinderopvang een gezamenlijke organisatie vormen voor kinderen van 0-12 jaar.

Gezien de huidige situatie op Het Octaaf vraagt het realiseren van deze doelstelling vooral lef en het zoeken naar de mazen in (en soms ook overschrijden van) de wet door middel van het ‘pas toe of leg uit’ principe. Grootste belemmeringen op dit moment zijn:
· Verschil in Cao’s en wetgeving tussen onderwijs, welzijn en kinderopvang waardoor de mogelijkheden voor 1 bedrijfsvoering en interdisciplinair werken begrensd zijn.
· Ontbreken van ‘toegangsrecht’ voor ieder kind, waardoor de kinderopvang niet voor ieder kind op dezelfde wijze toegankelijk is. Hierin lijkt landelijk een eerste stap gezet te worden met het voorstel om voor alle peuters twee dagdelen opvang aan te bieden.
· Verschil in geldstromen tussen onderwijs, welzijn en kinderopvang die niet over en weer in te zetten zijn.
· Concurrentiepositie bij meerdere scholen/kinderopvangorganisaties in één Integraal Kind Centrum of in de buurt van het Integraal Kind Centrum.

Wat is er nodig om de doelstelling te bereiken?

- Uitwerking van een werkplan waarin een koppeling wordt gemaakt met het strategisch beleidsplan van de RVKO en Kinderdam en een financiële doorberekening.
Waarbij ook gekeken wordt of het IKC Het Octaaf financieel haalbaar is op de langere termijn. Daarbij moeten wij ons de vraag stellen of dat het beste is voor de kinderen op het IKC Het Octaaf.
- Eén herkenbare pedagogische visie zichtbaar in het handelen van alle medewerkers.
- Je veilig voelen voorop: vaste groepen met vaste hechtingsfiguren daarom van belang.
- Balans tussen formeel en informeel leren is essentieel (geen verschoolsing van vrije tijd kinderen).
- Breed aanbod gericht op de totaalontwikkeling (cognitie, socialisatie en menswording). Denk dus ook aan kunst, cultuur en sport. Maar ook aan bevorderen van zelfstandigheid, om kunnen gaan met flexibiliteit en de echte wereld’.
- Een doorgaande lijn m.b.t. de ontwikkeling van het kind (0-12 jaar).
- Ouder als partner
- Bij te ontwikkelen IKC ouders meenemen; huidige en toekomstige populatie aan ouders (en dus kinderen) is bepalend voor invulling en succes IKC.
- Ouders kiezen zelf bewust voor concept van het desbetreffende IKC en mogen daar ook aan gehouden worden.
- Herkenbaarheid voor ouders als één organisatie met herkenbare personen en één aanspreekpunt.
- Aanbod binnen IKC afstemmen op behoefte van populatie.
- Situatie in de wijk/ buurt meenemen: waar en wat is er al? Vanuit deze positie met ambities slagen maken.
- Van belang om de visie om te zetten naar concreet gedrag (wat vraagt dit van mij als leerkracht, pedagogisch medewerker, directie en ouder).
- Eén multidisciplinair team
- Het streven is inzet personeel op verschillende momenten van de dag.
- ‘Leren- opvang- spelen- zorg’ vormt één team dat doorbroken aan de slag gaat met kinderen.
- Gebruik maken van elkaars expertise en kwaliteiten.
- Eén leiding (aansturend directeur of klein MT) voor onderwijs- opvang en spelen.
- Dicht bij elkaar in de buurt, in één gebouw dit is nodig om samenwerking en herkenbaarheid te realiseren.
- Herkenbaar voor ouders/kinderen en medewerkers zelf als één organisatie:
- Eén loket – aanspreekpunt – vaste gezichten – naam – logo.
- Eén naam en één logo voor eenheid richting kinderen, ouders en medewerkers zelf.
- Medewerkers bij elkaar laten kijken om wederzijds begrip te vergroten

In overleg met Kinderdam is in theorie alle facetten in een plan beschreven. De praktische uitwerking moet in schooljaar 2020-2021 vorm krijgen.

·

·